Alarmen
Alarmmel-
VVM/SMO
dingen
S-serie
(F2120)
437 (120)
328
439 (122)
329
441 (124)
330
443 (126)
331
445 (128)
332
447 (130)
333
449 (132)
334
453 (136)
336
455 (138)
337
501 (184)
353
503
354
NIBE F2120
Alarmtekst op de display
Storing netvoeding
Oververhitte omv.
Omvormeralarm type II
Oververhitte omv.
Beveiliging omvormer
Fasefout
Mislukte compres-
sorstarts.
Hoge stroom, compres-
sor
Hoog verm., compressor
St. mislukt, geen drukver-
schil
Compressorsnelheid te
laag
Omschrijving bestaand alarm
Tijdelijke storing in omvormer, 3
keer binnen 2 uur of continu gedu-
rende 1 uur.
De omvormer heeft door slechte
koeling de max. werktemperatuur
bereikt, 3 keer binnen 2 uur of con-
tinu gedurende 1 uur.
Stroom naar omvormer te laag, 3
keer binnen 2 uur of continu gedu-
rende 1 uur.
De omvormer heeft door slechte
koeling de max. werktemperatuur
bereikt, 3 keer binnen 2 uur of con-
tinu gedurende 1 uur.
De omvormer detecteert een tijdelij-
ke storing binnen 10 seconden na
compressorstart, 5 keer achter el-
kaar.
Compressorfase ontbreekt, 3 keer
binnen 2 of continu gedurende 1
minuut.
Compressor start niet wanneer dat
nodig is, 3 keer binnen 2 uur.
De uitgangsstroom vanaf de omvor-
mer naar de compressor is tijdelijk
3 keer binnen 2 uur of continu gedu-
rende 1 uur lang te hoog geweest.
De vermogensafgifte vanaf de om-
vormer is 3 keer binnen 2 uur of
continu 1 uur lang te hoog geweest.
Het drukverschil tussen BP9 en BP8
is 3 keer binnen 30 minuten te laag
geweest bij compressorstart.
Compressorsnelheid ligt onder mini-
maal toegestane snelheid.
Kan de volgende oorzaken
hebben:
Storing in voedingsspanning.
Onjuiste verbinding in klem-
menstrook X5 van omvor-
mer.
Slechte koeling van omvor-
mer.
Omvormer defect.
Te hoge stroom naar omvor-
mer.
Lage voedingsspanning.
Slechte koeling van omvor-
mer.
Omvormer defect.
Storing in voedingsspanning.
Defecte compressor.
Storing in voedingsspanning.
Onjuist aangesloten com-
pressorkabel.
Omvormer defect.
Defecte compressor.
Storing in voedingsspanning.
Slechte doorstroming klimaat-
systeem.
Defecte compressor.
Storing in voedingsspanning.
Slechte doorstroming klimaat-
systeem.
Defecte compressor.
Storing in druksensor BP8,
BP9.
De compressor zorgt niet
voor voldoende compressie
bij het koudemiddel.
Uitval compressor.
De veiligheidsfunctie van de
omvormer verlaagt de snel-
heid buiten het werkbereik
van de compressor.
Hoofdstuk 9 | Alarmlijst
49