Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Van De Leidingen Algemeen; Leidingkoppeling Verwarmingssysteemcircuit - Nibe F2120 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor F2120:
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Aansluiting van de leidingen
Algemeen
Leidingen moeten volgens de geldende normen en
richtlijnen worden aangesloten.
De afmeting van de leiding mag niet kleiner zijn dan de
aanbevolen leidingdiameter volgens de tabel. Maar elk
systeem moet afzonderlijk zijn berekend op het beheren
van de aanbevolen systeemdebieten.
MINIMALE SYSTEEMDEBIETEN
De installatie moet zijn berekend op de verwerking van
het minimale ontdooidebiet bij een pompwerking van
100%, zie de tabel.
Lucht/water-
Minimale de-
warmte-
biet tijdens
pomp
ontdooien
(100%
pompsnel-
heid (l/s)
F2120-8
0,27
(1x230V)
F2120-8
0,27
F2120-12
0,35
(1x230V)
F2120-12
0,35
F2120-16
0,38
F2120-20
0,48
Voorzichtig!
Een te klein cv-systeem kan tot schade aan de
machine en storingen leiden.
De F2120 kan alleen functioneren tot een retourtempe-
ratuur van ongeveer 55 °C en een uitgaande temperatuur
van ongeveer 65 °C vanuit de warmtepomp.
De F2120 is niet voorzien van externe afsluiters op de
waterzijde. Deze moeten worden geïnstalleerd om toe-
komstige service te vereenvoudigen. De retourtempera-
tuur wordt beperkt door de retourleidingsensor.
NIBE F2120
Minimaal
Minimaal
aanbevolen
aanbevolen
leidingafme-
leidingafme-
tingen (DN)
tingen (mm)
20
22
20
22
25
28
25
28
25
28
32
35
WATERVOLUME
Afhankelijk van de grootte van uw F2120 is een bepaald
beschikbaar watervolume vereist om korte bedrijfstijden
te voorkomen en ontdooien mogelijk te maken. Voor
het optimaal werken van de F2120 wordt een minimaal
beschikbaar watervolume van 10 liter vermenigvuldigd
met het type getal aanbevolen. Bijv. F2120-12: 10 liter
x 12 = 120 liter. Dit geldt afzonderlijk voor verwarmings-
en koelingssystemen.
Voorzichtig!
Het leidingwerk moet worden doorgespoeld
voordat de warmtepomp wordt aangesloten
zodat eventuele verontreinigingen de compo-
nenten niet kunnen beschadigen.
Leidingkoppeling
verwarmingssysteemcircuit
• De warmtepomp moet via de bovenste aansluiting
(XL1) worden ontlucht met behulp van de ontluchting-
snippel op de meegeleverde flexibele slang.
• Installeer het meegeleverde vuilfilter voor de inlaat,
d.w.z. de onderste aansluiting (XL2) op de F2120.
• Alle buitenleidingen moeten thermisch geïsoleerd zijn
met leidingisolatie met een dikte van ten minste 19
mm.
• Installeer de afsluitklep en de aftapklep dusdanig dat
de F2120 geleegd kan worden in geval van langdurige
stroomuitvallen.
• De meegeleverde flexibele slangen fungeren als tril-
lingsdempers. De flexibele leidingen zijn zo gemon-
teerd dat er een elleboog ontstaat waardoor ze als
trillingsdempers fungeren.
LAADPOMP
De laadpomp (niet inbegrepen bij het product) wordt
ingeschakeld en bediend vanaf het binnendeel/de regel-
module. Deze heeft een ingebouwde antivriesfunctie
en mag daarom bij kans op bevriezing niet worden uit-
geschakeld.
Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave