6 Inbedrijfstelling en afstelling
Voorbereidingen
• Controleer of het leidingsysteem is voorbereid.
• Controleer het leidingsysteem op lekkage.
• Controleer of de elektrische installatie is voorbereid.
• Controleer of de elektrische voeding zo is aangesloten
dat de compressorverwarming (EB10) indien nodig
kan beginnen met het opwarmen van de compressor.
• De compressorverwarming (EB10) moet minimaal 3
uur actief zijn voordat de compressor in bedrijf kan
worden gesteld. Dit doet u door de regelspanning aan
te sluiten. De F2120 staat compressorstart toe nadat
de compressor is opgewarmd. Dit kan tot 3 uur duren.
Balanstemperatuur
De balanstemperatuur is de buitentemperatuur waarbij
het door de warmtepomp geleverde capaciteit gelijk is
aan de capaciteitsbehoefte in het gebouw. Dit betekent
dat de warmtepomp tot deze temperatuur de gehele
capaciteitsbehoefte in het gebouw voor zijn rekening
neemt.
NIBE F2120
Vullen en ontluchten
Vullen en ontluchten van het verwarmingssysteem.
1.
Vul het verwarmingssysteem tot de noodzakelijke
druk.
F2120is bevestigd met een automatische ontluchting
2.
en hoeft niet te worden ontlucht.
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
QM20
35