Inhoudsopgave
Advertenties
5/
Bedrijf
Verwarmde sonicatievloeistof versterkt het effect van het ultrage-
luid. De ervaring toont dat bij 50 à 60°C de beste resultaten wor-
den geboekt. Dit kan de duur van het soniceren verkorten. Bij
hogere temperaturen neemt de werking van het ultrageluid weer
af.
Verwarm de sonicatievloeistof voor het opwerken van medische
instrumenten niet boven 45 °C.
Ultrageluid verhit ook de sonicatievloeistof. Tijdens continu bedrijf,
vooral wanneer de oscillatietank bedekt is, kan de temperatuur van
de sonicatievloeistof boven de ingestelde waarde stijgen. Contro-
leer daarom de temperatuur wanneer u temperatuurgevoelige
voorwerpen soniceert.
• Volg voor de optimale temperatuur de aanwijzingen van de
fabrikant van het preparaat.
• Voorverwarming tijdens het ontgassen van de sonicatievloeistof
is optimaal. Zie hoofdstuk 5.7 Sonificatievloeistof ontgassen.
• Verwijder de korf of ander toebehoren uit de oscillatietank om
voor te verwarmen. Dek de oscillatietank af met het deksel,
indien aanwezig.
Het verwarmingselement is uitgerust met een overtemperatuurbe-
veiliging. Als de verwarmingsfunctie uitvalt, moet het apparaat van
het elektriciteitsnet worden losgekoppeld en tot minder dan 50 °C
worden afgekoeld alvorens het weer in gebruik te nemen.
RK 31 H
Schakel de verwarming in met de tuimelschakelaar.
– De schakelaar licht op wanneer de verwarming wordt ingescha-
keld, ook al is de ingestelde temperatuur bereikt.
– De temperatuurregeling is vastgesteld op 65 °C.
RK 52 H
Zet de verwarming aan door de draaiknop op de gewenste tempe-
ratuur te zetten.
24/52
Informatie
1676-002 nl/2022-05
Advertenties
Inhoudsopgave
