In onderstaande tabel worden aanbevolen resoluties beschreven voor
verschillende typen van originelen:
Modus
Standaard
Originelen met tekens van normale grootte.
Fijn
Originelen met kleine tekens of dunne lijnen of
originelen die met een matrixprinter werden
afgedrukt.
Superfijn
Originelen met zeer fijne details. De modus
Superfijn wordt alleen ingeschakeld als het
apparaat waarmee u communiceert de resolutie
Superfijn ook ondersteunt.
NB
• Als u verzendt vanuit het geheugen is de
modus Superfijn niet beschikbaar. De
resolutie-instelling wordt automatisch
gewijzigd in Fijn.
• Wanneer uw apparaat ingesteld is op
Superfijn resolutie en het faxapparaat
van de bestemming ondersteunt
Superfijn resolutie niet, zal het
faxapparaat de fax met de hoogst
mogelijke resolutie verzenden die het
faxapparaat van bestemming
ondersteunt.
Fotofax
Originelen met grijstinten of foto's.
Kleurenfax
Originelen met kleuren. Verzenden in kleur is alleen
mogelijk als de ontvangende fax de ontvangst van
kleurenfaxen ondersteunt en u het faxbericht
handmatig verzendt. In deze modus is verzenden
vanuit het geheugen niet mogelijk.
NB
De ingestelde resolutie geldt voor de huidige faxtaak. Zie
pagina 10.2 om de standaardinstelling te wijzigen.
Tonersterkte
U kunt de standaard contrastmodus selecteren om de fax van uw
originelen lichter of donkerder te maken.
1
Druk op Fax.
2
Druk op Menu en vervolgens op OK wanneer Faxfunctie onderaan
op het display verschijnt.
3
Druk op OK wanneer Tonersterkte verschijnt.
4
Druk op de Bladertoetsen tot de gewenste optie verschijnt en druk
op OK.
5
Druk op Stop/Clear om terug te keren naar stand-bymodus.
NB
De ingestelde helderheid geldt voor de huidige faxtaak. Zie
pagina 10.2 om de standaardinstelling te wijzigen.
Aanbevolen voor
Een fax automatisch verzenden
1
Druk op Fax.
2
Plaats de originelen in de automatische documentinvoer met de
voorzijde naar boven of plaats een enkel origineel op de glasplaat
met de voorzijde naar onder.
Zie pagina 5.1 voor meer informatie over het laden van originelen.
Klaar om te fax. verschijnt op de bovenste regel van het display.
3
Pas de resolutie en helderheid aan volgens uw eigen behoeften.
4
Voer het nummer in van het toestel dat de fax ontvangt.
U kunt snelknoppen, snelkiesnummers of groepskiesnummers
gebruiken. Zie pagina 10.3 voor meer informatie over het opslaan
en zoeken van een nummer.
5
Druk op Start.
6
Als het origineel op de glasplaat ligt, selecteert u Ja om een andere
pagina toe te voegen. Plaats een ander origineel en druk op OK.
7
Selecteer na voltooien Nee op de vraag Nog een pagina?
Nadat het nummer is gekozen, begint het apparaat met het
verzenden van de fax zodra het ontvangende faxapparaat
antwoordt.
NB
Als u een faxtaak wilt annuleren, kunt u tijdens het verzenden
van de fax op elk moment op Stop/Clear drukken.
Een fax handmatig verzenden
1
Druk op Fax.
2
Plaats de originelen in de automatische documentinvoer met de
voorzijde naar boven of plaats een enkel origineel op de glasplaat
met de voorzijde naar onder.
Zie pagina 5.1 voor meer informatie over het laden van originelen.
3
Pas de resolutie en helderheid aan volgens uw eigen behoeften. Zie
pagina 9.1.
4
Druk op On Hook Dial. U hoort een kiestoon.
5
Voer het nummer in van het toestel dat de fax ontvangt.
U kunt snelknoppen, snelkiesnummers of groepskiesnummers
gebruiken. Zie pagina 10.3 voor meer informatie over het opslaan
en zoeken van een nummer.
6
Druk op Start wanneer u een hoogfrequent faxsignaal hoort van de
externe fax.
NB
als u een faxtaak wilt annuleren, kunt u tijdens het verzenden
van de fax op elk moment op Stop/Clear drukken.
9.2
<Faxen (alleen SCX-5530FN)>