Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Rijden inschakelen
Als het lampje brandt, betekent dit
dat de arm net voorbij een van
beide achterwielen is gedraaid en
de rijfunctie is uitgeschakeld.
Houd om te rijden de rijschakelaar naar boven of
beneden en verplaats de rij-joystick langzaam uit het
midden.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan
rijden in de richting die tegengesteld is aan de
richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen
worden bewogen.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op de
platformbediening en het rijchassis om de rijrichting
van de machine te bepalen.
Accuspanningsindicator met onderbreking
(indien aanwezig)
Op machines die met een accuspanningsindicator
met onderbreking uitgerust zijn, werken de functies
'primaire arm op' en 'secundaire arm op' niet vanaf
het platform als de accu's bijna leeg zijn.
40
Indicatielampje 'machine niet vlak'
Als het scheefstandalarm
klinkt met het platform
heuvelopwaarts:
1
Laat de primaire arm neer.
2
Laat de secundaire arm
neer.
3
Schuif de primaire arm in.
Als het scheefstandalarm
klinkt met het platform
heuvelafwaarts:
1
Schuif de primaire arm in.
2
Laat de secundaire arm
neer.
3
Laat de primaire arm neer.
Z
®
-30/20N • Z
®
-30/20N RJ
Achtste uitgave • Eerste druk
Als het scheefstandalarm klinkt bij
geheven platform, dient u uiterst
voorzichtig te werk te gaan. Het
indicatielampje 'machine niet vlak'
gaat branden en de rijfunctie in een
of beide richtingen werkt niet. Bepaal
de toestand van de arm ten opzichte
van de helling zoals hieronder
weergegeven. Volg de stappen om
de arm neer te laten voordat u de
machine verplaatst naar een stevige,
horizontale ondergrond. Draai de
arm niet terwijl het platform wordt
neergelaten.
Onderdeelnr. 1319006DUGT