Functionele beschrijving
modi voor zowel fotonentelling als huidige meting, om het dynamische bereik van de
DML 3000 te optimaliseren.
Een lichtdetector die een FMB gebruikt, kan worden gekarakteriseerd met de volgende
parameters:
Achtergrondsignaal
Efficiëntie
Gevoeligheid
Dynamisch bereik
Lineariteit
Spectrale respons
3.10.1
Achtergrondsignaal
Het achtergrondsignaal kan in twee componenten worden verdeeld:
Een constante (basislijn-) component
Een statistisch variabele (ruis-) component, die voor elke afzonderlijke meting
anders is.
Het achtergrondsignaal wordt in de modus "photon counting" (fotonentelling)
automatisch aan het begin van elke meting van een microtiterplaat gecontroleerd. In
de modus "current measurement" (huidige meting) die wordt gebruikt bij hoge niveaus
relatieve lichteenheden (RLE), wordt het achtergrondsignaal van elke gerapporteerde
meting afgetrokken.
3.10.2
Efficiëntie
De efficiëntie is de verhouding van de respons (het outputsignaal van de detector) tot
het inputsignaal (de lichtintensiteit). De efficiëntie is de gradiënt van de RLE's versus de
gradiënt van de lichtintensiteit.
3.10.3
Gevoeligheid
De gevoeligheid houdt verband met zowel het achtergrondsignaal als de efficiëntie.
De gevoeligheid is direct recht evenredig met de efficiëntie en omgekeerd evenredig
met het achtergrondsignaal (een hogere achtergrond geeft een lagere gevoeligheid).
De gevoeligheid geeft de laagste lichtintensiteit aan die boven de achtergrond kan
worden gedetecteerd. De gevoeligheid wordt doorgaans gemeten met de hoeveelheid
luminescerende stof die door de DML 3000 kan worden gedetecteerd en duidelijk kan
worden onderscheiden van de achtergrondruis.
3-12
DML 3000 - Gebruikershandleiding