7 Storingen zelf verhelpen
... het vaatwerk niet schoon wordt
Kies een krachtiger programma.
➤
Deel de lading van de vaatkorven anders in; let daarbij met name op
➤
sproeischaduwen.
Reinig het zeefsysteem en zet deze er op de juiste wijze in.
➤
Controleer of sproeiarmen zijn geblokkeerd of vervuild.
➤
Zorg voor een juiste dosering van het afwasmiddel of gebruik een ander
➤
afwasmiddel.
Stel de waterhardheid correct in.
➤
Vul regenereerzout bij.
➤
... er witte aanslag op het vaatwerk achterblijft
Vul het regenereerzout bij en kies daarna het programma
➤
vaatwerk.
Doseer het afwasmiddel nauwkeurig of gebruik ander afwasmiddel.
➤
Vul het spoelglansmiddel bij.
➤
Stel de spoelglansmiddeldosering hoger in.
➤
Indien er geen
➤
G
EBRUIKERSINSTELLINGEN
... er vegen, strepen of melkachtige vlekken op het vaatwerk achterblijven
Stel de spoelglansmiddeldosering lager in.
➤
Indien er geen
➤
G
EBRUIKERSINSTELLINGEN
... het vaatwerk nat is en niet glanst of droogvlekken bevat
Vul het spoelglansmiddel bij.
➤
Stel de spoelglansmiddeldosering hoger in.
➤
Open de toesteldeur aan het einde van een programma pas als er een lang
➤
geluidssignaal klinkt en de display donker wordt.
Indien er geen
➤
G
EBRUIKERSINSTELLINGEN
60
-afwasmiddel wordt gebruikt, moet in de
-afwasmiddel wordt gebruikt, moet in de
-afwasmiddel wordt gebruikt, moet in de
worden ingesteld.
worden ingesteld.
worden ingesteld.
zonder