2.
Stuurstroom- en sensorleidingen binnenin het
toestel door het hiervoor voorziene kabelkanaal
naar de kant van de waterzijdige aansluiting leiden.
1 Kabelkanaal voor stuurstroom- en sensorleidingen
3.
Stuurstroom- en sensorleidingen vanuit de bin-
nenkant van het toestel naar buiten leiden.
AANWIJZING
Om de elektrische schakelkast voor een even-
tuele inzet van de klantenservice weer uit te
kunnen hangen, moeten de stuurstroom- en
sensorleidingen in de warmtepomp een extra
lengte van ca. 15 cm hebben.
4.
De stuurstroom- en sensorleidingen in een be-
schermende buis tot aan de doorvoer van het ge-
bouw leggen en van daaruit verder tot aan de ver-
warmings- en warmtepompregelaar.
5.
De stuurstroom- en sensorleidingen in overeen-
stemming met het aansluitschema en de elektri-
sche schema´s van het betreffende toesteltype
aan de verwarmings- en warmtepompregelaar
aansluiten.
"Aansluitschema", pagina 35, en "Stroomsche-
ma's", vanaf pagina 36, van het betreffende
toesteltype
Installatie- en gebruikershandleiding van de ver-
warmings- en warmtepompregelaar
6.
Lege leidingen aan de kant van het toestel.
7.
Afdekplaten aan de warmtepomp vastschroeven.
De onderste afdekplaten elk schuin in het frame
van het toestel zetten, bovenaan tegen het frame
aan klappen en de snelsluitschroeven vastdraaien.
16
Het toestel is nu gesloten.
24 De installatie spoelen, vullen
en ontluchten
VOORZICHTIG
Het systeem moet volledig vrij van lucht zijn,
alvorens het in bedrijf wordt gesteld.
Ongeschikte kwaliteit van het vul- en
bijvulwater in het verwarmingscircuit
Het rendement van het systeem en de levensduur van
de warmteopwekker en de verwarmingscomponenten
hangen in belangrijke mate af van de kwaliteit van het
verwarmingswater.
Wanneer het systeem met onbehandeld drinkwater
wordt gevuld, slaat calcium neer als ketelsteen. Op
de warmteoverdrachtsvlakken van de verwarming ont-
staat dan kalkaanslag. Hierdoor daalt het rendement
en stijgen de energiekosten. In extreme gevallen ra-
ken de warmtewisselaars beschadigd.
Kwaliteit verwarmingswater
AANWIJZING
● Gedetailleerde informatie vindt u onder
andere in de (Duitse) VDI-richtlijn 2035
"Voorkomen van schade in warmwaterver-
warmingsinstallaties"
● vereiste pH-waarde: 8,2 ... 10;
bij aluminium materialen:
pH-waarde: 8,2 ... 8,5
► Vul de installatie uitsluitend met gedeminerali-
seerd verwarmingswater (VE-water) of met water
overeenkomstig VDI 2035-norm (zoutarme werk-
wijze van de installatie).
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054200iNL | ait-deutschland GmbH