20
20.6.13 Referentiemerken (Encoder)
Pad:
Parameter
Referentiemerk
Max. verplaatsing
Nom. afstand
Inversie van de
referentiemerkimpulsen
Referentiepuntverschuiving
344
Instellingen ► Assen ► X, Y ... ► Encoder ► Referentiemerken
Bij seriële meetsystemen met EnDat-interface vervalt het zoeken naar
referentiemerken, omdat de referentiepunten van de assen automatisch
worden vastgelegd.
Uitleg
Vastleggen van het type referentiemerk
Instellingen:
Geen: geen referentiemerk aanwezig
Een: het meetsysteem beschikt over één referentiemerk
Gecodeerd: het meetsysteem beschikt over afstandsge-
codeerde referentiemerken
Standaardwaarde: Een
Voor lengtemeetsystemen met gecodeerde referentiemerken:
Maximale verplaatsing voor de bepaling van de absolute positie
Instelbereik: 0.1 mm ... 10000.0 mm
Standaardwaarde: 20.0
Voor hoekmeetsystemen met gecodeerde referentiemerken:
Maximale basisafstand voor de bepaling van de absolute positie
Instelbereik: > 0° ... 360°
Standaardwaarde: 10.0
Hiermee wordt vastgelegd of de referentiemerkimpulsen
geïnverteerd worden verwerkt
Instellingen
ON: referentiemerkimpulsen worden geïnverteerd verwerkt
OFF: referentiemerkimpulsen worden niet geïnverteerd
verwerkt
Standaardwaarde: OFF
Configuratie van de offset tussen referentiepunt en nulpunt
Verdere informatie:
"Referentiepuntverschuiving", Pagina 345
HEIDENHAIN | POSITIP 8000 | Bedieningshandleiding | 09/2018
Instellingen | Assen