Draaien – Programmering | Regeltypen
18.2
Regeltypen
Voor het programmeren kunt u de volgende regeltypen gebruiken:
Positioneringsfuncties
Wisselen van coördinatensysteem (referentiepunt)
Machinefuncties
18.2.1
Positioneringen
Voor het positioneren kunt u de positiewaarden handmatig definiëren. Afhankelijk
van de configuratie van de aangesloten gereedschapsmachine kunt u deze posities
vervolgens automatisch laten benaderen of zelf benaderen.
In de desbetreffende invoervelden kunt u de actuele aspositie met
Actuele positie overnemen.
De volgende parameters zijn beschikbaar:
Regel Positioneren
Parameter
18.2.2
Coördinatensystemen
Voor het wisselen van een coördinatensysteem kunt u referentiepunten oproepen
uit de referentiepunttabel. Na het oproepen zal het coördinatensysteem van het
geselecteerde referentiepunt worden gebruikt.
Verdere informatie:
Regel Referentiepunt
Parameter
Referentiepuntnum-
mer
HEIDENHAIN | POSITIP 8000 | Bedieningshandleiding | 09/2018
Beschrijving
Positiewaarde incrementeel, heeft betrekking op de
actuele positie
"Referentiepunten definiëren", Pagina 214
Beschrijving
ID uit de referentiepunttabel
Optioneel: selectie uit referentiepunttabel
18
289