Draaien – Snelstart | Buitencontour voorbewerken
10.5
Buitencontour voorbewerken
In de tweede bewerkingsstap bewerkt u de buitencontour voor. U moet de gehele
contour met een overmaat draaien. Door de overmaat waarborgt u dat u in de
laatste bewerkingsstap met de nabewerkingsbeitel een foutvrij vlak kunt maken.
Afbeelding 50: Voorbeeldwerkstuk – buitencontour voorbewerken
HEIDENHAIN | POSITIP 8000 | Bedieningshandleiding | 09/2018
Aan de draaimachine de voorbewerkingsbeitel in de
gereedschapshouder plaatsen
In de statusbalk op Gereedschappen tikken
De dialoog Gereedschappen wordt getoond
Op Voorbewerkingsbeitel tikken
Op Bevestigen tikken
De bijbehorende gereedschapsparameters worden
automatisch overgenomen door het apparaat
De dialoog Gereedschappen wordt gesloten
Aan de draaimachine het spiltoerental op 1500 1/min instellen
Aan de draaimachine het gereedschap verplaatsen naar
positie:
X: 25,0 mm
Z: 16,2 mm
Met de voorbewerkingsbeitel vlakdraaien
Het gereedschap naar een veilige positie terugtrekken
Aan de draaimachine het gereedschap verplaatsen naar
positie:
X: 20,2 mm
Z: 17 ,0 mm
Aan de draaimachine het gereedschap verplaatsen naar
positie:
Z: 0,2 mm
Aan de draaimachine het gereedschap verplaatsen naar
positie:
X: 25,0 mm
Het gereedschap naar een veilige positie terugtrekken
Spil uitschakelen
U hebt de buitencontour met succes voorbewerkt
10
207