3.
Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking. Plaats de gebruikte printcartridge in de verpakking
voor recycling.
4.
Pak beide uiteinden van de printcartridge vast en verspreid de toner door de printcartridge
voorzichtig heen en weer te schudden.
VOORZICHTIG:
5.
Verwijder de transportvergrendeling en de transporttape van de nieuwe printcartridge. Gooi de
transportvergrendeling en -tape weg volgens de plaatselijke voorschriften.
NLWW
Raak de sluiter en het oppervlak van de rol niet aan.
Benodigdheden en onderdelen vervangen 121