Mochten de wielen exact in de tegenovergestelde richting
draaien zoals weergegeven in afbeelding 11, kunt u met
behulp van de omkeerschakelaar voor de stuurfunctie (15)
de werkrichting van het stuurwiel en dus de draairichting
van de stuurservo omschakelen.
Onder bepaalde omstandigheden kan het
vervolgens nodig zijn om de stuur-trimmer op-
nieuw in te stellen.
Belangrijk!
Stel de stuurstang op het model zo af, dat u naar links en rechts de volle stuuruitslag hebt, zonder dat
daarbij de besturing mechanisch aanslaat of wordt begrensd.
Als de stuuruitslag te groot moet zijn bij gebruik van het model, kan dit worden verminderd door middel van
de dual rate-knoppen voor de stuurfunctie (zie Afbeelding 12, pos. 9).
Als u de onderste knop (-) ingedrukt houdt, knippert de groene LED-indicator en wordt de maximaal mogelijke stuuruit-
slag verminderd. Als de bovenste knop wordt ingedrukt gehouden, neemt de stuuruitslag opnieuw toe. Als u tijdens de
instelling het stuurwiel op de zender volledig opzij draait, kunt u de wijziging van de instelling heel goed waarnemen.
De instelling van de maximale stuuruitslag heeft tegelijkertijd invloed op beide stuurrichtingen. De ingestelde waarde
wordt automatisch opgeslagen en blijft ook behouden nadat de afstandsbediening uit- en ingeschakeld is.
18
Afbeelding 12