10. Zender in gebruik nemen
In deze gebruiksaanwijzing hebben de cijfers in de tekst steeds betrekking op de nevenstaande afbeelding
of afbeeldingen in de paragraaf. Kruisverwijzingen naar andere afbeeldingen worden met de desbetref-
fende afbeeldingnummers aangegeven.
a) Batterijen plaatsen
Om de zender van voeding te voorzien hebt u 4 alkaline batterijen van de grootte AA/Mignon nodig.
Plaats de batterijen als volgt:
Het deksel van het batterijvak (1) bevindt zich aan de on-
derkant van de zender. Druk op het gekartelde oppervlak
(2) en schuif het deksel weg in de richting van de pijl.
Plaats nu 4 batterijen in het batterijvak. Let hierbij altijd op
de juiste polariteit van de cellen. De negatieve pool (be-
huizing) van de batterij (3) moet contact maken met de
spiraalveer (4). Een bijbehorende aanwijzing (5) bevindt
zich ook aan de onderkant van het batterijvak.
Wanneer de vier batterijen met de juiste polariteit zijn ge-
plaatst, schuift u het deksel van het batterijvak er weer in
en vergrendelt u het slot.
10
Afbeelding 3