Inhoudsopgave
Advertenties
Beschrijving van de relaisuitgangen
LET OP
LET OP
Functieschakelaar S7
LET OP
24
Belasting van de analoge uitgang
De stroominterface is galvanisch ontkoppeld. De maximale belasting
van 500 Ohm mag niet overschreden worden!
Bij storingen en zeer lange leidingen (ong. 20 m) dient men indien
mogelijk een afgeschermde kabel te gebruiken.
Seriële interface RS232
Aan de voorkant van de Testomat
behuizingsklep) zit de seriële interface RS232. De verbinding van de
connector J3 naar het controlepaneel en RS232 gebeurt via een
vlakbandkabel met een 9-polige sub-D connector. Via deze RS232-
interface kan een computer/notebook via een nulmodemkabel aan het
controlepaneel van de Testomat
firmware van het toestel geüpdate worden.
Beschrijving van de relaisuitgangen
Alle relaisuitgangen zijn als neutrale contacten uitgevoerd. Zo beschikt u
over alle aansluitmogelijkheden. Hiermee kan het omschakelen van
netspanning en externe spanning en de directe schakeling van inputs,
bijvoorbeeld een procesregeling worden gerealiseerd. De maximale
belasting van het relais vindt u in het hoofdstuk
op pagina 43.
Relais 3 - storingsmelding
Relais 3 is een wisselcontact en dient voor het melden van storingen bij
tekort aan water of indicator, spanningsuitval en meetfouten.
Na meerdere op elkaar volgende foutieve metingen slaat relais 3 om en
wordt er via de analoge uitgang een foutmelding gegenereerd.
Relais 1 en 2
Voor de melding bij het overschrijden van drempelwaarden zijn er twee
potentiaalvrije relaiscontacten voorzien. De functie van het relais kan
men via de functieschakelaar S7 instellen.
Schakelfuncties van de relais 1 en 2
Schakelstand
De desbetreffende schakelstand wordt telkens na de analyse van het
meetresultaat en na een reset ingelezen.
De volgende schakelstanden zijn mogelijk:
®
808 (na het openen van de
®
808 aangesloten worden en kan de
"Technische
gegevens"
Advertenties
Inhoudsopgave
