Rea® Clematis® Pro
WAARSCHUWING!
– Plaats de rolstoel en gebruiker met de voorkant
in de rijrichting van het voertuig.
– Zet de handremmen van de rolstoel vast.
– Klap de antikantelsteunen uit (indien
geïnstalleerd).
De bevestigingspunten waaraan de kabelbinders van het
vastzetsysteem van de rolstoel moeten worden bevestigd,
zijn gemarkeerd met karabijnhaaksymbolen (zie de volgende
afbeeldingen en het hoofdstuk 2.4 Labels en symbolen op
het product, pagina 8 ).
Bevestigingspunten voor de karabijnhaken aan de voorzijde:
38
1. Bevestig de karabijnhaken aan de transportringen
op de voorzijde, zoals in de afbeelding hierboven is
weergegeven (zie de locatie van de bevestigingslabels).
2. Bevestig de voorste banden aan het railsysteem. Pas
hierbij de instructies toe van de producent van de
veiligheidsgordels.
3. Haal de rolstoel van de handrem en span de voorste
banden aan door de rolstoel naar achteren te trekken.
4. Zet de handremmen weer vast.
Bevestigingspunten voor de karabijnhaken aan de
achterzijde:
1. Bevestig de karabijnhaken aan de transportringen op
de achterzijde, zoals in de afbeelding hierboven is
weergegeven (zie de locatie van de bevestigingslabels).
2. Bevestig de achterste spanbanden aan het railsysteem.
Pas hierbij de instructies toe van de producent van de
veiligheidsgordels.
3. Span de banden aan.
KENNISGEVING!
– Zorg ervoor dat de karabijnhaken bedekt zijn
met een antisliplaag, zodat ze niet zijwaarts
langs de as kunnen schuiven.
Het 3-punts vastzetsysteem vastmaken
WAARSCHUWING!
– Zorg ervoor dat het 3-punts vastzetsysteem
zo strak mogelijk, maar comfortabel om het
lichaam van de gebruiker past en let erop dat
de gordel nergens verdraaid is.
– Zorg ervoor dat het 3-punts vastzetsysteem
nergens van het lichaam van de gebruiker wordt
weggehouden door delen van de rolstoel, zoals
armleuningen, wielen, enzovoort.
– Zorg dat het 3-punts vastzetsysteem rechtstreeks
van het verankeringspunt naar de gebruiker
loopt, zonder dat er delen van het voertuig, de
rolstoel, stoelen of accessoires tussenkomen.
– Zorg dat de veiligheidsgordel goed over het
bekken van de gebruiker past en niet omhoog
kruipt richting de buik.
– Zorg ervoor dat de gebruiker zelfstandig het
ontgrendelingsmechanisme kan bereiken.
60122679-F