Rea® Clematis® Pro
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
De rolstoel kan voorover kantelen als u op de
voetsteun gaat staan.
– Ga nooit op de voetsteun staan als u gaat zitten
of opstaat.
LET OP!
Als u de remmen ontkoppelt of beschadigt, kan
de rolstoel stuurloos worden.
– Gebruik de remmen niet als steun om te gaan
zitten of op te staan.
KENNISGEVING!
De spatborden en armsteunen kunnen beschadigd
raken.
– Ga nooit op de spatborden of armsteunen
zitten als u gaat zitten of opstaat.
1. Rijd de rolstoel tot zo dicht mogelijk bij de stoel
waarnaar u wilt overstappen.
2. Zet de handremmen vast.
3. Verwijder de armsteunen of duw ze omhoog en uit de
weg.
4. Maak de beensteunen los of draai ze naar buiten.
5. Zet uw voeten op de grond.
6. Houd de rolstoel vast en, indien nodig, ook een
verankerd voorwerp in de buurt.
7. Verplaats de stoel langzaam.
6.5 De rolstoel besturen
U kunt de rolstoel via de hoepels besturen.
LET OP!
Als er iets zwaars aan de rugleuning hangt, kan
het zwaartepunt van de rolstoel veranderen.
– Pas uw rijstijl hier op aan.
6.6 Op en af rijden van treden en
stoepranden
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
Bij het op en af rijden van treden kunt u uw
evenwicht verliezen en kan de rolstoel omvallen.
– Nader treden en stoepranden altijd langzaam
en voorzichtig.
– Rijd geen treden op of af die hoger zijn dan
15 cm.
32
LET OP!
Met een ingeschakelde antikantelsteun wordt
voorkomen dat de rolstoel achterover kantelt.
– Schakel de antikantelsteun uit voordat u een
trede of stoeprand op- of afrijdt.
WAARSCHUWING!
Kans op letsel bij de begeleider en schade aan
de rolstoel.
Bij het kantelen van de stoel met een zware
gebruiker erin kan de begeleider zijn/haar rug
bezeren en kan de stoel beschadigd raken.
– Zorg dat u de rolstoel met een zware gebruiker
erin goed onder controle hebt voordat u er een
kantelbeweging mee uitvoert.
Met begeleider een stoep af gaan
1. Rijd de rolstoel naar de stoeprand en houd de hoepels
vast.
2. De begeleider moet beide duwhandgrepen vastpakken,
deze stevig omlaag duwen en de rolstoel achterover
kantelen zodat de voorwielen van de grond komen.
3. De begeleider moet de rolstoel vervolgens in deze stand
vasthouden en hem voorzichtig de stoep af duwen
en hem daarna weer voorover kantelen totdat de
voorwielen weer op de grond staan.
Met begeleider een stoep op gaan
WAARSCHUWING!
Kans op ernstige letsels
Het vaker dan bij normaal gebruik trappen en
stoepranden opgaan kan door slijtage een breuk
in de achterleuning van de rolstoel veroorzaken
en de gebruiker kan uit de rolstoel vallen.
– Zorg dat de rolstoel door de gebruiker of de
assistent onder controle kan worden gehouden
voorafgaand aan het uitvoeren van een
kantelmanoeuvre.
1. Rijd de rolstoel naar achteren tot de achterwielen de
stoeprand raken.
2. De begeleider moet beide duwhandgrepen vastpakken,
deze stevig naar beneden duwen zodat de rolstoel
achterover kantelt en de voorwielen van de grond
komen, en vervolgens de achterwielen over de stoeprand
trekken totdat de voorwielen de grond weer mogen
raken.
60122679-F