j
Instelling van de gewenste temperatuur in het voertuig. Is
instelbaar tussen +5°C en +30°C in stappen van 0,5°C.
k
Verwarming met gas. De verwarming werkt met de gas-
brander. De verwarmingscapaciteit van de brander wordt
afhankelijk van de warmtebehoefte geregeld.
l
Circulatiepomp. Verschijnt als de circulatiepomp in bedrijf
is (12 of 230V).
m
Toegenomen behoefte aan warm water. Verhoogt de
watertemperatuur in 30 minuten van 50°C tot 65°C.
n
Elektrische verwarming. Drie vermogensstanden instel-
baar bij 230V verwarmingselement. 1, 2 of 3 kW.
o
Stroomaansluiting 230V. Verschijnt als het voertuig is
aangesloten op een stroomvoorziening met 230V.
p
+/On.
Verhoogt of activeert een functie.
q
Store/Reset.
Ingestelde tijd en datum vastleggen en systeem resetten.
r
Pijl naar rechts.
Verder in het menu.
s
-/Off.
Verlaagt of deactiveert een functie.
11
Pijl naar links. Terug in het menu.
12
Buitentemperatuur. Toont de buitentemperatuur als er
een temperatuursensor is gemonteerd.
13
Menu. Met deze functie kunnen talrijke instellingen wor-
den vastgelegd als:
• Temperatuurinstelling op het paneel.
• Toetstoon
• Keuze tussen alleen 12V-circulatiepomp en automa-
tische omschakeling naar 230V-pomp
• Continubedrijf van de circulatiepomp
• Servicefuncties voor de servicemedewerker
14
Automatische start. De verwarming start na voorinstelling
van tijd en blijft dan 24 uur in bedrijf.
15
Nachttemperatuur. Voor de instelling van de gewenste
verlaging van de nachttemperatuur. Handmatig of auto-
matisch.
16
Externe start (koppeling op afstand). Om de verwarming
van buiten te starten.
Inbouwapparatuur
10-10