07-3
Elektrische installaties
1
Controlepanel
Verklaring van de symbolen
j
Toets voor de bewaking van de spanning van huis- en
voertuigaccu.
k
Toets voor de weergave van het drinkwaterpeil [%] en voor
het instellen van programmeerbare parameters.
l
Toets voor de programmering van het systeem.
m
Hoofdschakelaar (voor in- en uitschakelen ca. 2 sec.
lang indrukken). Bij het inschakelen voert de display een
functietest uit en toont alle symbolen. De desbetreffende
LED toont – als hij groen brandt – dat het controlepaneel
is ingeschakeld, terwijl een rode LED op alarmering duidt
(accu, tank etc.).
2
3
4
5
6
7
n
Toets voor het in- en uitschakelen van de verlichting en
van de verwarming.
o
Toets voor het in- en uitschakelen van de drinkwater-
pomp.
p
Toets voor het in- en uitschakelen van de voortentlamp
(bij het inschakelen van de motor gaat de voortentlamp
automatisch uit).
Programmering van instellingen
In het programmeermenu kunnen o.a. de tijd en de wekfunc-
tie worden ingesteld (de exacte instelmogelijkheden zijn te
vinden in de gebruiksaanwijzing).
- Houd toets "PROG" langer dan 2 sec. ingedrukt.
- De pijltjestoetsen (1) en (2) dienen voor de navigatie.
- Bevestig de instelmogelijkheden met "PROG".
- Druk meerdere malen op "PROG" om instellingen op te
slaan en het menu te verlaten.
- Wacht ca. 20 seconden om het menu te verlaten zonde
veranderingen op te slaan.