Beschrijving van de storing
Bedieningshendel werkt stroef.
Frontlader en/of werktuig werken
in de verkeerde richting naar de
bedieningshendel.
Frontlader, werktuig en werktuig
met hydraulische functie, zoals
bovengrijper, beweegt te langzaam
of helemaal niet.
Te lage hef- en trekkracht
Lucht in de hydraulische olie
(herkenbaar aan schuimende
hydraulische vloeistof)
93
PROBLEEMANALYSE BIJ STORINGEN
Oorzaak
Stroeve bowdenkabels
Stroeve schuiver in het besturingsblok
Hydraulische verbinding verkeerd
aangesloten.
Bowdenkabels verkeerd gemonteerd.
Bedieningshendel fout uitgericht
Te weinig olie in het hydraulische systeem
Hydraulische koppelingen verkeerd
aangesloten
Tractorpomp versleten
Te lage oliestroom
Toerental van de motor te laag.
Hydraulische vloeistof te koud.
Te veel lading in het werktuig.
Hydraulische koppeling defect.
Interne lekkage in hydraulische cilinder.
Drukbegrenzingsklep fout ingesteld.
Interne lekkage in het besturingsblok.
Bedieningshendel fout ingesteld
Klep bovengrijper schakelt niet
Te lage oliedruk
Interne lekkage in hydraulische cilinder.
Te veel lading in het werktuig.
Drukbegrenzingsklep primair resp.
secundair fout ingesteld of defect
Interne lekkage in het besturingsblok.
Hydraulische pomp zuigt lucht aan.
Hydraulische filter vervuild.
Kleine oliehoeveelheid in de tank
Oliesoorten vermengd
Toevoer teruglopende olie
Fouten verhelpen
Bevestigingen, verlengstuk en soepele
beweging van de bowdenkabels
controleren. Smeer eventueel de
bowdenkabels in, of vervang ze.
Schuiver controleren en evt. vervangen.
Controleer de hydraulische aansluitingen
en corrigeer ze eventueel.
Controleer de aansluiting van de
bowdenkabels en corrigeer deze
eventueel.
Inbouwpositie controleren en evt.
aansluiting van de bowdenkabels
veranderen.
Controleer het oliepeil en vul eventueel olie
bij.
Controleer de aansluitingen.
Tractorpomp controleren en evt.
vervangen.
Controleer de hydrauliek van de tractor.
Verhoog het toerental van de motor.
Verwarm het hydraulische systeem op
werktemperatuur.
Verminder de lading.
Controleer de koppelingen en vervang ze
eventueel.
Cilinder controleren, evt. defecte cilinder
repareren resp. vervangen.
Controleer de instelling van de
drukbegrenzingsklep.
Controleer het besturingsblok of vervang
het.
Instellingen bedieningshendel corrigeren.
Magneet en schuiver controleren en evt.
vervangen.
Controleer de hydrauliek van de tractor.
Cilinder controleren, evt. defecte cilinder
repareren resp. vervangen.
Verminder de lading.
Instelling van de drukbegrenzingskleppen
controleren en indien nodig vervangen.
Controleer het besturingsblok of vervang
het.
Controleer de leidingen tussen
hydraulische pomp en tank op losse of
defecte aansluitingen.
Hydraulische filter, indien nodig vervangen.
Oliehoeveelheid controleren en evt.
bijvullen.
Alleen aanbevolen oliesoorten gebruiken.
Aansluiting voor teruglopende olie zoals
vastgelegd.
B58FZS 0000000078 NL 001