INGEBRUIKNAME
4.9.3
Neerlaatsmoorklep
WAARSCHUWING
Mogelijke materiële schade door overbelasting!
De frontlader kan ongelijkmatig dalen en schuintrekken als de beide neerlaatsmoorkleppen niet gelijk
ingesteld zijn. Daardoor kunnen personen verwond raken.
Beide smoorkleppen instellen op dezelfde waarden.
Met behulp van de neerlaatsmoorklep kan de
daalsnelheid van de frontlader worden ingesteld.
Aan beide kanten van de arm bevindt zich
telkens een neerlaatklep. De instelling van de
neerlaatsmoorklep gebeurt telkens met behulp
van een draaiwiel. Op het draaiwiel bevinden zich
cijfers, die een preciezere instelling mogelijk
maken.
4.9.4
Camerasysteem
Het camerasysteem bestaat uit een monitor, een camera en de desbetreffende kabelsets.
Het maakt een preciezer gebruik van de frontlader en de gemonteerd werktuigen mogelijk.
Meegeleverde documentatie van het camerasysteem in acht nemen.
5
Ingebruikname
5.1
Eerste inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling wordt uitgevoerd door de gespecialiseerde werkplaats. Deze voert ook de
montage van de frontlader en een functiecontrole uit.
Door gespecialiseerde werkplaats laten instrueren en evt. onduidelijkheden laten verklaren.
Gebruiksaanwijzing lezen voor het eerste gebruik.
Na de eerste 5 bedrijfsuren alle montageschroeven laten aanhalen in een gespecialiseerde
werkplaats.
Alle functies van de frontlader controleren zonder lading.
B58FZS 0000000078 NL 001
1
1
Fig. 44
Neerlaatsmoorklep
Legenda
1
Draaiwiel
B08K
62