OPBOUW
In- en uitschakelen
Inschakelen:
(1) Ontsteking van de tractor inschakelen (motor starten).
LED L1 brandt.
De besturing bevindt zich in de stand-by-modus.
(2) Membraantoets S1 kort indrukken.
De LED L1 knippert.
Afhankelijk van de programmering kan de knippercyclus er anders uitzien.
De frontlader kan nu met de joystick worden bediend.
Uitschakelen:
(1) Membraantoets S1 kort indrukken.
De LED L1 brandt.
De besturing bevindt zich in de stand-by-modus.
Door het uitschakelen van de ontsteking kan de besturing volledig worden uitgeschakeld.
Schakel de besturing bij het rijden op de openbare weg op de stand-by-modus om een
ongewenste bediening te verhinderen!
Werktuigvergrendeling sluiten en openen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsels door vallend werktuig!
Bij geopende of niet correct vergrendelde werktuigvergrendeling kan het werktuig vallen. Personen in
de omgeving kunnen daarbij ernstig verwond worden.
Voor ieder gebruik de correcte vergrendeling van het werktuig controleren.
Indien de frontlader hiervoor uitgerust is, kan het werktuig met de schakelaar S3 ver- en ontgrendeld
worden.
Een beschrijving voor de montage en demontage van het werktuig bevindt zich in hoofdst. 6.4
"Werktuigen opnemen en neerleggen".
Werktuigvergrendeling openen:
(1) Membraantoets 3 indrukken.
(2) Membraantoets S3 na 2-5 seconden opnieuw indrukken.
De LED L3 knippert.
(3) Joystick naar links trekken (gereedschap scheppen).
De klep schakelt.
De werktuigvergrendeling is geopend.
Werktuigvergrendeling sluiten:
(1) Membraantoets 3 indrukken.
(2) Joystick gedurende minstens 3 seconden naar links trekken (gereedschap scheppen).
De LED L3 dooft.
(3) Visuele inspectie van de werktuigvergrendeling uitvoeren.
De werktuigvergrendeling is gesloten.
B58FZS 0000000078 NL 001
42