BEDIENING
6.4.3
Werktuigen opnemen met hydraulische werktuigvergrendeling
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsels door vallend werktuig!
Bij ondeskundige installatie of bediening kan het werktuig vallen. Daardoor kunnen personen in de
omgeving ernstig verwond worden.
Hydraulische werktuigvergrendeling alleen laten inbouwen door een vakwerkplaats.
Alleen de schakelaar gebruiken die door STOLL is voorzien.
Werktuig op de bodem of op een veilige ondergrond zetten voor de werktuigvergrendeling-functie
wordt gebruikt.
Werktuig opnemen:
(1) Tot net voor het werktuig rijden.
(2) Werktuigvergrendeling openen (zie
hoofdst. 6.3.3 "Hydraulische
werktuigvergrendeling bedienen").
(3) Storten-functie gebruiken tot de bovenste
dwarsbalk onder de haak van het werktuig
ligt.
(4) Tractor voorzichtig vooruit rijden tot de
dwarsbalk van het wisselframe tegen het
werktuig ligt.
(5) Werktuigvergrendeling sluiten (zie
hoofdst. 6.3.3 "Hydraulische
werktuigvergrendeling bedienen").
(6) Werktuigvergrendeling controleren (zie
hoofdst. 6.3.3 "Hydraulische
werktuigvergrendeling bedienen").
(7) Indien nodig hydraulische leidingen van het
werktuig verbinden met de
frontladerkoppelingen.
Frontlader neerlaten tot het werktuig
horizontaal op de bodem staat.
Motor uitschakelen en parkeerrem
aantrekken.
Hydraulica drukloos schakelen.
resp.
Bedieningshendel met geactiveerde
werktuigfunctie naar de zijdelingse
eindposities bewegen om de
werktuighydraulica drukloos te schakelen
(zie 3.8 "Bedieningselementen").
Hydraulische leidingen van het werktuig
aansluiten op de koppelingen aan het
wisselframe.
Het werktuig is opgenomen en
gebruiksklaar.
B58FZS 0000000078 NL 001
Fig. 81
Benaderen
Fig. 82
Inhaken
B07O
B07P
86