6.
Ontkoppel het laadstation van het
stopcontact.
7.
Plaats de kabelmarkering op de
geleidingsdraden.
8.
Plaats het uiteinde van de geleidingsdraden
in het oogje op de begrenzingsdraad.
9.
Knip de begrenzingsdraad door met een
draadtang.
10. Sluit de geleidingsdraden met behulp van
een koppeling op de begrenzingsdraad aan.
a)
Plaats de twee uiteinden van de
begrenzingsdraad en het uiteinde van
de geleidingsdraden in de koppeling.
Let op: Zorg ervoor dat u het uiteinde
van de geleidingsdraden kunt zien via
het transparante gedeelte van de
koppeling.
b)
Druk met een verstelbare tang op de
knop op de koppeling.
11. Bevestig de geleidingsdraden aan de grond
met behulp van haringen of begraaf de
geleidingsdraden in de grond. Zie
positioneren met krammen op pagina 24 of
De begrenzingsdraad of geleidingsdraad
ingraven op pagina 24 .
24 - Installatie
12. Sluit het laadstation aan op het stopcontact.
3.6 De draad positioneren met
krammen
OPGELET: Zorg ervoor dat de staken
de begrenzingsdraad en de
geleidingsdraad tegen de grond
houden.
OPGELET: De kabelisolatie kan
beschadigd raken wanneer het gras
meteen na de installatie te kort wordt
gemaaid. Beschadigingen aan de
isolatie zorgen soms pas weken of
maanden later voor problemen.
1.
Plaats de begrenzingsdraad en de
geleidingsdraad op de grond.
2.
Zet de staken maximaal 75 cm/30 inch van
elkaar.
3.
Bevestig de staken in de grond met een
(kunststof) hamer.
Let op: De draad is na enkele weken overgroeid
met gras en niet meer zichtbaar.
3.7 De begrenzingsdraad of
geleidingsdraad ingraven
•
Snijd met een kantsnijder of een rechte
schop een groef in de grond.
•
Plaats de begrenzingsdraad of de
geleidingsdraad 1-20 cm/0.4-8 inch in de
grond.
3.8 De begrenzingsdraad of
geleidingsdraad verlengen
Let op: Verleng de begrenzingsdraad of
geleidingsdraad als deze te kort is voor het
werkgebied. Gebruik originele
reserveonderdelen, bijvoorbeeld koppelingen.
1.
Ontkoppel het laadstation van het
stopcontact.
2.
Knip de begrenzingsdraad of
De draad
geleidingsdraad af met een draadtang op de
plaats waar het verlengstuk moet worden
geplaatst.
1201 - 003 - 25.03.2020