Bedieningselementen van de spoorgassensor
Gebruik voor de bediening van de spoorgassensor de
bedieningselementen op het BatteryPack.
Pos. Functie
147 Aansluiting voor verbindingskabel naar
multifunctiemeetapparaat T3000
148 Aansluiting voor verbindingskabel naar spoorgassensor
149 Keuzeschakelaar "Gevoeligheid":
Positie 1:
Maximale interval bij meetwaardeverschil 500 (apparaat
reageert pas op grotere hoeveelheden waterstof)
Positie 2:
Maximale interval bij meetwaardeverschil 200
Positie 3:
Maximale interval bij meetwaardeverschil 100
Positie 4:
Maximale interval bij meetwaardeverschil 50
Positie 5:
Maximale interval bij meetwaardeverschil 10 (apparaat
reageert op zeer kleine hoeveelheden waterstof)
Positie 6:
Toonsignaal gedeactiveerd
150 Toets "Reset":
Definieert de actuele meetwaarde als nieuwe
referentiewaarde.
151 Aansluiting voor laadnetdeel
Meting met spoorgassensor voorbereiden (opwarmfase)
1. Zorg dat de spoorgassensor en het
multifunctiemeetapparaat T3000 correct met elkaar zijn
verbonden.
2. Zorg dat het multifunctiemeetapparaat T3000 is
ingeschakeld.
Waarschuwing voor hete oppervlakken
De zilverkleurige sensorbeschermkap (sinterfilter) van
de spoorgassensor verhit zich tijdens gebruik tot een
temperatuur die ca. 40 °C boven de betreffende
omgevingstemperatuur ligt.
Raak de sensorbeschermkap niet aan.
Na het inschakelen wordt de spoorgassensor ca. 1 minuut tot
ca. 600 °C opgewarmd – onafhankelijk van de positie van de
keuzeschakelaar "Gevoeligheid".
Tijdens de opwarmfase voert de spoorgassensor een
zelfkalibratie uit voor het bepalen van de basiswaarde voor de
waterstofconcentratie in de omgeving.
Info
Zorg tijdens de opwarmfase dat de spoorgassensor
niet in de buurt van een relevante waterstofbron komt.
Anders kan de verhoogde waterstofconcentratie de
zelfkalibratie beïnvloeden.
26
Tijdens het opwarmen daalt de weergegeven waarde "Waterstof
2" op het kleurendisplay van het multifunctiemeetapparaat
T3000 van 50 naar 0. Bij het bereiken van de nulwaarde in de
spoorgassensor klaar voor gebruik.
Heeft u het toonsignaal van de spoorgassensor gedeactiveerd
(keuzeschakelaar "Gevoeligheid" in positie 6), wordt het einde
van de opwarmfase gesignaleerd met een korte
waarschuwingstoon. De spoorgassensor is klaar voor gebruik.
Heeft u het toonsignaal van de spoorgassensor geactiveerd
(keuzeschakelaar "Gevoeligheid" in positie 1-5), klinkt deze
waarschuwingstoon bij het einde van de opwarmfase niet. Dat
de sensor klaar is voor gebruik, wordt automatisch één keer per
seconde aangegeven door een toonsignaal.
Meting uitvoeren met spoorgassensor
1. Zet voor aanvang van een meting de keuzeschakelaar
"Gevoeligheid" in positie 5.
ð Voor aanvang van een meting is de lekkagewaarde van
de weglekkende waterstof nog niet bekend. Staat de
keuzeschakelaar "Gevoeligheid" in positie 5, worden al
de meest geringe hoeveelheden waterstof herkend.
2. Onderzoek de omgeving op verhoogde
waterstofconcentraties.
ð De weergave op het kleurendisplay van het
multifunctiemeetapparaat T3000 geeft een stijgende
waarde, als u een zone nadert met een hogere
waterstofconcentratie. Daarnaast geeft de
spoorgassensor een toonsignaal, dat bij een stijgende
meetwaarde met een toenemende frequentie en met
kortere intervallen klinkt.
ð De weergave op het kleurendisplay van het
multifunctiemeetapparaat T3000 geeft een dalende
waarde, als u een zone met een hogere
waterstofconcentratie verlaat. Het toonsignaal van de
spoorgassensor klinkt met langere intervallen en een
afnemende frequentie.
3. Regel de positie van de keuzeschakelaar "Gevoeligheid"
tijdens de meting, afhankelijk van omstandigheden op
locatie.
Info
Bij standaardbedrijf is het niet mogelijk meetwaarden
onder de basiswaarde (negatieve meetwaarden) weer
te geven.
Om zones te onderzoeken waarbinnen de
waterstofconcentratie onder de basiswaarde ligt, moet
u gebruik maken van de gedifferentieerde indicatieve
meting met de toets "Reset" (zie hoofdstuk
"Gedifferentieerde indicatieve meting").
multifunctiemeetapparaat T3000
NL