Scherm "Meetmodus – Debiet"
75
76
77
78
79
80
81
82
Pos. Functie
75
Toont het gemeten debiet als getalswaarde in de
gekozen eenheid (bijv. m/s).
De eenheid kunt u kiezen op het scherm "Instellingen",
dat u vanuit hoofdmenu kunt bereiken.
76
Toont het gemeten debiet grafisch als balk.
77
Toont de gemeten temperatuurwaarde.
78
Reset de bij pos. 80 weergegeven meetwaarden weer
naar nul.
79
Opent het menu voor het selecteren van de
meetwaardeweergave.
Minimum: Toont de laagste gemeten meetwaarde
binnen een meetperiode.
Maximum: Toont de hoogste gemeten meetwaarde
binnen een meetperiode.
Gemiddeld: Toont altijd de gemiddelde waarde van alle
gemeten meetwaarde binnen een meetperiode.
Vasthouden: Zorgt voor het vasthouden van de gemeten
meetwaarde en toont deze permanent (zolang deze optie
is geselecteerd).
Uit: Schakelt de weergave van de meetwaarden bij pos.
80 uit.
80
Meetwaardeweergave volgens keuze bij pos. 79:
Minuten: Duur van de meetinterval
m/s: Toont het gemeten debiet als getalswaarde in de
gekozen eenheid (bijv. m/s). De eenheid kunt u kiezen op
het scherm "Instellingen", dat u vanuit hoofdmenu kunt
bereiken.
°C: Toont de gemeten temperatuurwaarde.
81
Opent het menu voor het instellen van een vaste
registratieduur voor een automatische meting
(zie paragraaf Meetmethode stroming - Automatische
meting).
14
83
multifunctiemeetapparaat T3000
Pos. Functie
82
Opent het menu voor het instellen van het meetbereik in
hoogte x breedte (kantlengten), evenals de vorm van het
te meten object (bijv. buis of schacht) voor de
volumestroommeting
(zie paragraaf Meetmethode debiet - Meetbereik).
83
Slaat de meetwaarden op in het archief.
Scherm "Meetmodus – Debiet – Automatische meting"
84
85
86
87
88
89
Pos. Functie
84
Toont het gemeten debiet als getalswaarde in de
gekozen eenheid (bijv. m/s).
De eenheid kunt u kiezen op het scherm "Instellingen",
dat u vanuit hoofdmenu kunt bereiken.
85
Toont het gemeten debiet grafisch als balk.
86
Toont de gemeten temperatuurwaarde.
87
Toont de resttijd tot beëindiging van de automatische
meting.
88
Opent het scherm voor het selecteren van de
registratieduur bij langdurige metingen.
89
Start de registratie.
De toets wordt rood zodra de registratie is gestart.
90
Stopt de actuele registratie. De bepaalde waarden
worden automatisch opgeslagen in het actuele
meetproject.
91
Pauzeert de actuele registratie.
De toets 89 knippert.
Druk opnieuw op deze toets of op toets 89 om verder te
gaan met de registratie.
90
91
NL