Pos. Functie
52
Opent het menu voor het selecteren van de
meetwaardeweergave.
Minimum: Toont de laagste gemeten meetwaarde
binnen een meetperiode.
Maximum: Toont de hoogste gemeten meetwaarde
binnen een meetperiode.
Gemiddeld: Toont altijd de gemiddelde waarde van alle
gemeten meetwaarde binnen een meetperiode.
Vasthouden: Zorgt voor het vasthouden van de gemeten
meetwaarde en toont deze permanent (zolang deze optie
is geselecteerd).
Uit: Schakelt de weergave van de meetwaarden bij pos.
53 uit.
53
Meetwaardeweergave volgens keuze bij pos. 52:
Minuten: Duur van de meetinterval
M%: Toont de meetwaarde (bijv. als gemiddelde waarde)
in massaprocent.
CM%: Toont de meetwaarde (bijv. als gemiddelde
waarde) volgens de calciumcarbid-methode.
54
Opent het menu voor het uitvoeren van een matrixmeting
(zie paragraaf Bouwvochtigheid - Matrixmeting).
55
Opent het menu voor het instellen van het meetbereik in
hoogte x breedte (kantlengten) en het activeren/
deactiveren, evenals de vooringestelde alarmwaarde
(zie paragraaf Bouwvochtigheid - Meetbereik/
alarmwaarde).
56
Opent het menu voor het instellen van een vaste
registratieduur voor een automatische meting.
(zie paragraaf Meetmethode bouwvochtigheid -
Automatische meting).
57
Slaat de meetwaarden op in het archief.
12
Scherm "Meetmodus – Bouwvocht – Matrixmeting"
58
59
60
Pos. Functie
58
Digits:
Dimensieloze weergave van de meetwaarde; hoe kleiner
de gemeten elektrische weerstand, hoe hoger het
vochtgehalte in het materiaal is en hoe hoger de digit-
waarde.
59
Meetmatrix:
1. Druk op de toets "OK" (5) om de matrix te
selecteren.
2. Gebruik de toetsen van het stuurkruis om het te
meten matrixpunt te selecteren.
3. Druk op de toets "OK" (5) of de toets (34), om het
gekozen matrixmeetpunt te bevestigen.
ð De dimensieloze meetwaarde wordt ingevoerd.
4. Kies met de toetsen van het stuurkruis het volgende
matrixmeetpunt en herhaal de procedure.
60
Zorgt voor het invoeren van de actuele meetwaarde in
het gemarkeerde matrixmeetpunt. Daarna wordt het
hieronder liggende matrixmeetpunt gemarkeerd.
61
Springt over het matrixmeetpunt onder het actueel
gemarkeerde matrixmeetpunt en markeert het hierop
volgende matrixmeetpunt. Gebruik deze functie bijv. als
door een schakelkast of een raam geen meting op die
plek op de wand mogelijk is.
62
Springt naar het begin van de volgende kolom.
63
Slaat de meetwaarden op in het archief.
multifunctiemeetapparaat T3000
62
63
61
NL