Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld:
• Controleer de laadtoestand van de batterijen. Vervang de
batterijen als bij het inschakelen de melding Batt lo wordt
weergegeven.
• Controleer de correcte plaatsing van de batterijen. Let op
de juiste positie van de polen.
• Voer een elektrische controle nooit zelf uit, maar neem
hiervoor contact op met uw TROTEC
Het apparaat werkt, maar er worden geen meetwaarden
weergegeven:
• Controleer of het multifunctiemeetapparaat werkt in de
juiste sensormodus.
• Controleer de verbindingskabel bij de SDI, resp. BNC-
aansluiting op goed vastzitten.
• Controleer de gebruikte verbindingskabel en de
aansluitingen hiervan, evenals de aansluitingen op het
multifunctiemeetapparaat op beschadigingen (bijv.
kabelbreuk, beschadigde pennen, etc.). Gebruik evt. een
andere verbindingskabel van hetzelfde type om fouten uit
te sluiten.
• Controleer of de juiste sensor voor de betreffende meting
wordt gebruikt. Raadpleeg hiervoor ook het
praktijkhandboek of de productcatalogus voor
meetapparaten.
• Zorg dat het kleurendisplay is ingeschakeld. Druk indien
nodig op de toets "Verlichting aan/uit" (zie hoofdstuk
"Overzicht van het apparaat").
• Controleer de ruimtetemperatuur en de relatieve
luchtvochtigheid. Houd rekening met het toegestane
werkbereik van het apparaat volgens de technische
gegevens.
• Controleer of het multifunctiemeetapparaat op het drukken
op het kleurendisplay reageert. Volgt ondanks
ingeschakeld kleurendisplay en voldoende geladen
batterijen geen reactie, kan de apparaat-firmware evt. zijn
vastgelopen. Start het multifunctiemeetapparaat opnieuw.
Hiervoor evt. een batterij verwijderen en weer plaatsen.
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Neem contact op met de Trotec-klantenservice.
24
®
-klantenservice.
multifunctiemeetapparaat T3000
Gebruik van de spoorgassensor TS 800 SDI
(optioneel)
Waarschuwing voor hete oppervlakken
De zilverkleurige sensorbeschermkap (sinterfilter) van
de spoorgassensor verhit zich tijdens gebruik tot een
temperatuur die ca. 40 °C boven de betreffende
omgevingstemperatuur ligt.
Raak de sensorbeschermkap niet aan.
Waarschuwing voor explosieve stoffen
Gebruik geen waterstof als testgas. Er bestaat
explosiegevaar! Gebruik uitsluitend het in hoofdstuk
"Testgas en kalibratiegas" aanbevolen gasmengsel.
Opmerking
Om beschadigingen aan de spoorgassensor te voorkomen, deze
nooit in stilstaand water, andere vloeistoffen, modder of
fijnkorrelige, resp. poedervormige substanties dompelen.
Testgas en kalibratiegas
Gebruik als testgas een mengsel van 95% stikstof en 5%
waterstof. Dit gasmengsel is niet brandgevaarlijk, niet explosief
en niet giftig of corrosief.
Gebruik dit testgas niet voor het kalibreren van de
spoorgassensor. Het kalibratiegas moet zuurstof bevatten.
Trotec adviseert als kalibratiegas 50 ppm waterstof in
synthetische lucht.
Werkingsprincipe
Met deze spoorgassensor is een verstoringsvrije herkenning en
positielokalisatie van lekkages in met testgas gespoelde
installaties mogelijk. Hiervoor wordt een indicatieve meting van
de waterstofconcentratie uitgevoerd. Beperkt is ook het meten
van licht vluchtige, brandbare gassen mogelijk.
Waterstof onderscheidt zich door een geringe moleculegrootte
en een hoge diffusiesnelheid. Daardoor ontsnapt het in het
testgas openomen waterstof na het vullen in het de testen
systeem door kleine openingen (bijv. scheuren in de omhulling
van drukvaten, pijpleidingen, tanks) weer naar de
omgevingslucht. Ook door omgevende, resp. afdekkende
materialen (bijv. dekvloer, pleisterwerk, mineraal voegmateriaal)
kan waterstof doordringen. Zo kunnen verdekt liggende
lekkages in de huisinstallatie door detectie van de waterstof
worden ingekaderd en zelfs exact gelokaliseerd. Het omgevende
materiaal hoeft hiervoor niet te worden vernield.
NL