LaCie Ethernet Disk
Gebruikershandleiding
Overschrijven
- Gegevens over bestaande gegevens
heenschrijven, waardoor de oorspronkelijke gegevens
worden gewist.
Partitioneren
- Nadat een harddrive is geformatteerd,
is deze nog niet gereed voor het opslaan van bestanden.
De drive moet worden onderverdeeld in secties die spe-
ciale informatie bevatten die is vereist om een Mac of pc
te laten werken en andere secties voor het opslaan van
de bestanden. Dit proces van het onderverdelen van de
harddrive wordt partitionering genoemd. Een partitie is
slechts één sectie van de harddrive die speciale gegevens
bevat die hier zijn neergezet door Silverlining, of andere
bestanden en gegevens.
Platformonafhankelijk
een apparaat dat kan worden bestuurd via zowel Mac-
als Windowsbesturingssystemen.
Poort, hardware
een SCSI-poort) die een microprocessor in staat stelt om
te communiceren met een compatibel randapparaat.
Poort, nummer-
- Gebruikt om een specifiek proces te iden-
tificeren waarnaar een internet- of ander netwerkbericht moet
worden doorgestuurd wanneer dit arriveert bij een server.
Poort, software-
fysieke circuit wordt geïdentificeerd dat wordt gebruikt
voor het overdragen van informatie tussen een micro-
processor en een randapparaat.
Protocol
- In de IT-terminologie wordt hiermee de
speciale reeks van regels beschreven dat door eindpun-
ten in een telecommunicatieverbinding worden gebruikt
tijdens de communicatie.
RAM (Random Access Memory)
het 'geheugen' van een computer genoemd. Een geheu-
genchip met geïntegreerde
circuits waarmee informatie kan worden opgeslagen en
opgehaald door een microprocessor of controller. De in-
formatie kan in een willekeurige volgorde worden opge-
slagen of benaderd en alle opslaglocaties zijn op gelijke
wijze toegankelijk.
- Term die betrekking heeft op
- Een aansluitonderdeel (bijvoorbeeld
- Een geheugenadres waarmee het
- Dit wordt meestal
Verklarende woordenlijst
Randapparaat
- Een algemene term die van toepassing
is op printers, scanners, muizen, toetsenborden, seriële
poorten, grafische kaarten, diskdrives en andere compu-
tersubsystemen. Dit type randapparaat heeft vaak eigen
besturingssoftware, die bekend staat als stuurprogram-
ma voor randapparaten.
Software
- Kort gezegd bestaat software uit een reeks
instructies voor de computer. Een reeks instructies voor
het uitvoeren van een bepaalde taak wordt een pro-
gramma genoemd. Er zijn twee hoofdtypen software:
systeemsoftware (een besturingssysteem zoals Mac OS
of Windows) die de werking van de computer bestuurt
en toepassingssoftware (programma's zoals Word of
Excel) waarmee gebruikers taken kunnen uitvoeren als
tekstverwerking, het maken van spreadsheets, afbeeldin-
gen, enzovoort.
Striping
- Het gelijkelijk verdelen van gegevens over meer-
dere diskdrives om de prestaties te verbeteren. Striping van
gegevens kan plaatsvinden op basis van bits, bytes of blok-
ken om toepassingen optimaal te laten presteren.
Stuurprogramma (beheerprogramma voor randappa-
raat)
- Een softwareonderdeel dat het computersysteem
in staat stelt om te communiceren met een randappa-
raat. De meeste randapparaten werken niet correct, of
helemaal niet, als niet de juiste stuurprogramma's zijn
geïnstalleerd op het systeem.
Subnetwerk (subnet)
- Dit is een afzonderlijk, identi-
ficeerbaar onderdeel van een netwerk, zoals alle com-
puters op één geografische locatie, binnen één gebouw
of op hetzelfde LAN (Local Area Network). Subnetten
maken het mogelijk om het netwerk van een organisatie
aan te sluiten op internet via een enkel, gemeenschap-
pelijk netwerkadres.
TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet
Protocol)
- Dit is het basiscommunicatieprotocol op
internet. TCP/IP maakt gebruik van het client/ser-
vermodel voor communicatie, waarbij een client (een
computergebruiker) een service (bijvoorbeeld een web-
pagina) aanvraagt en ontvangt van een andere computer
(een server) in het netwerk.
page 0