LaCie Ethernet Disk
Gebruikershandleiding
Verklarende woordenlijst
Back-up
- (1) Het maken van ten minste één extra
exemplaar van gegevens op een ander (en veilig) op-
slagapparaat, waar deze zo nodig op een later tijdstip
kunnen worden opgehaald. (2) Een kopie van een be-
stand, map of volume op een ander opslagapparaat dan
het oorspronkelijke met als doel het origineel te kunnen
herstellen als dit wordt gewist, beschadigd of vernie-
tigd.
Bestandssysteem
een disk aan de logische structuur hiervan. Dankzij het
bestandssysteem kunnen gebruikers en computers op
eenvoudige wijze paden, mappen en bestanden weerge-
ven die op de disk zijn vastgelegd.
Besturingssysteem
en het gebruik van hardwarebronnen, zoals geheugen,
processortijd, schijfruimte en randapparaten worden
bestuurd. Een besturingssysteem is de basis waarop
software (toepassingen) wordt uitgevoerd. Windows,
Mac OS en UNIX behoren tot de meest gebruikte be-
sturingssystemen.
Bit
- De kleinste eenheid waaruit computergegevens
zijn opgebouwd. Een bit heeft de waarde 1 of 0. Acht
bits vormen samen één byte, oftewel één teken.
Blok
- Een zeer klein deel van het opslagmedium dat
één of meer sectoren omvat. Een blok is de kleinste hoe-
veelheid ruimte op een drive die wordt toegewezen voor
gegevensopslag. Standaard bestaat een gegevenssector
uit 512 bytes.
Byte
- Een reeks van 8 naast elkaar gelegen binaire
waarden, oftewel bits, die als een eenheid worden be-
schouwd. Een byte bestaat uit 8 bits. Zie ook MB (me-
gabyte) of GB (gigabyte).
Buffer
- RAM-cache die sneller is dan de gegevens die
worden afgeleverd. Buffers worden gebruikt om gege-
vens op het gewenste moment te kunnen opslaan en
- Koppelt het fysieke overzicht van
- Software waarmee de toewijzing
Verklarende woordenlijst
afleveren bij het ontvangende apparaat.
Bus
- Elektronische koppelingen die een gegevens-
stroom mogelijk maakt tussen processor, RAM en ver-
lengkabels (randapparaten).
Cache, opnemen in
- Dit is een gebied voor elektroni-
sche opslag (gewoonlijk RAM) dat wordt gereserveerd
voor het opslaan van veelvuldig gebruikte gegevens uit
elektromechanische opslagvoorzieningen (harddrives,
diskettes, cd-/dvd-rom, tapecartridges, enzovoort).
Door het in RAM opslaan van frequent gebruikte ge-
gevens kunnen de algehele prestaties van uw systeem bij
diskintensieve toepassingen aanzienlijk verbeteren.
Configuratie
- Bij een pc wordt met configuratie die
som van de interne en externe onderdelen van het sy-
steem bedoeld, met inbegrip van geheugen, diskdrives,
toetsenbord, videosubsysteem en andere randapparaten,
zoals muis, modem of printer. De configuratie omvat
tevens software: het besturingssysteem en verschillende
programma's voor apparaatbeheer (stuurprogramma's),
alsmede apparatuurinstellingen en -opties die door de
gebruiker zijn ingesteld via configuratiebestanden.
Controller
- Dit is een component of een elektroni-
sche kaart (in deze context ook wel 'controllerkaart'
genoemd) die een computer in staat stelt te communi-
ceren met bepaalde randapparaten of deze te besturen.
De controller bestuurt de werking van het bijbehorende
randapparaat en zorgt, via een lintkabel, voor aansluiting
van het randapparaat op de pc-bus binnenin de pc. Een
externe controller is een uitbreidingskaart die in een van
de vrije sleuven in de pc wordt geplaatst en het mogelijk
maakt om een randapparaat (bijvoorbeeld cd-rom-sta-
tion, scanner of printer) aan te sluiten op de computer.
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
is een communicatieprotocol dat netwerkbeheerders in
staat stelt om de toewijzing van IP-adressen (Internet
Protocol) in het netwerk van een organisatie te centra-
page
- Dit