Montage
NL
Aansluiting
Zekering
1-faseaansluiting
1 x 16 A
Zekering en minimale doorsnede
Tab. 4.7
u
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat voor de
aansluiting van het kookveld uit.
Bescherm de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat tegen
u
onbedoeld opnieuw inschakelen.
u
Controleer of het apparaat spanningsvrij is.
u
Sluit het kookveld alleen via een vaste verbinding aan op een
netaansluitkabel.
Afb. 4.44 Aansluitschema 1-faseaansluiting kookveld
Stroomaansluiting besturingseenheid
u
Koppel de netaansluitkabel van de besturingseenheid aan de
stroomvoorziening.
Controleer de correcte montage.
u
Zet de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat aan.
u
4.14
Gasinstallatie
Montage, installatie en inbedrijfstelling mogen alleen worden
uitgevoerd met inachtneming van de nationaal geldende
wetten, voorschriften en normen. De werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd door gekwalificeerde vakmensen die
bekend zijn met en voldoen aan de aanvullende voorschriften
van de plaatselijke energiebedrijven.
De gasaansluiting moet worden gerealiseerd, voor de inbouw
van het kookveld in het werkblad.
4.14.1 Ventilatie
Dit apparaat wordt niet aangesloten op een rookgasafvoersysteem.
Het moet worden geïnstalleerd en aangesloten volgens de geldende
installatievoorwaarden. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden
besteed aan gepaste ventilatiemaatregelen.
u
Zorg tijdens het gebruik (van het apparaat) steeds voor voldoende
ventilatie.
4.14.2 Gasaansluiting
De gasaansluiting aan het toestel vindt plaats via een
voorgemonteerde knie met een 1/2" cilindrische binnendraad. Indien
op basis van nationale voorschriften een conische aansluiting is
voorgeschreven, moet het cilindrisch-conische verloopstuk (bij
levering inbegrepen) worden gebruikt.
30
Minimale doorsnede
1,5 mm²
Afb. 4.45 Positie gasaansluiting
4.14.3 Gasaansluiting tot stand brengen
Sluit de gastoevoer af.
u
u
Schakel de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat uit vooraleer u
het kookveld aansluit.
u
Bescherm de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat tegen
onbedoeld opnieuw inschakelen.
Controleer of het apparaat spanningsvrij is.
u
u
Controleer de gassoort en de gasdruk van de gasleiding.
u
Zorg ervoor dat het apparaat de juiste sproeier heeft, zodat de
gasvlam correct en veilig kan worden ontstoken.
Verwijder de beschermkap van de knie.
u
u
Sluit het apparaat aan op de gastoevoer.
u
Controleer na de inbouw van het kookveld alle verbindingen tussen
het kookveld en de gasaansluiting met behulp van geschikte
testapparatuur. Lekkages zijn niet toegestaan.
Stel een lektestprotocol op en overhandig dit aan de gebruiker.
u
4.14.4 Type gas wijzigen
u
Sluit de gastoevoer van de gasleiding af.
Zet de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat uit.
u
Bescherm de hoofdschakelaar/zekeringsautomaat tegen
u
onbedoeld opnieuw inschakelen.
u
Controleer of het apparaat spanningsvrij is.
De sproeier van de gasbrander vervangen
De sproeiers regelen de maximale gasstroom per brander en per type
gas alsook de gasdruk. Het gaskookveld is fabrieksmatig ingesteld op
aardgas G20/20 mbar (voorgemonteerd). Als een ander soort gas
wordt gebruikt, moet dat in het configuratiemenu van het kookveld
worden aangepast. Gebruik alleen gemarkeerde en toegestane
sproeiers.
De sproeiers, het type gas en de gasdruk mogen alleen door
een erkende vakman of door een BORA servicetechnicus
worden aangepast. Deze is ook verantwoordelijk voor de
vakkundige gasinstallatie en inbedrijfstelling.
bora.com