[1]
Behuizingsdeksel
Vergrendelingen
[2]
[3]
Onderdeksel van de behuizing
[4]
Schroef
[5]
Elektronische eenheid
4.12.2 Voorbereiden van de
aansluitkabels voor externe
schakelapparatuur
De aansluitkabel is alleen bedoeld voor intern gebruik in gebouwen,
particuliere woningen, keukens en kantoren.
De totale lengte van de aansluitkabel voor externe schakelapparatuur
mag niet meer dan 10 m zijn!
Gebruik volgende soorten aansluitkabels voor het verbinden van
externe schakelapparatuur.
Contact
Home In
Home Out
Aansluitkabel
Tab. 4.6
u
Maak de aansluitkabel klaar en houd hierbij rekening met de
aangegeven striplengtes.
T
De striplengte voor de afzonderlijke draden is max. 9 mm aan het
gestripte draaduiteinde.
T
De striplengte voor de buitenmantel is max. 25 mm aan de
geïsoleerde ader.
1
2
Afb. 4.34 Striplengtes en montagepositie van de aansluitkabel
[1]
Gestript draaduiteinde
[2]
Geïsoleerde draad
Ommantelde leiding
[3]
[4]
Trekontlastingsklem
[5]
Uitsparing voor kabeldoorvoer
4.12.3 Installatie van de externe
schakelapparatuur
T
Het Home In-contact moet overbrugd zijn als het niet wordt
gebruikt (wordt overbrugd geleverd).
T
Voor aansluitingen op de Home In-aansluitklem mag u geen
adereindhulzen gebruiken.
bora.com
Aansluitkabel
H03VV-F 2 x 0,5mm²
H05VV-F 2x 1 mm²
3
4
5
Afhankelijk van het soort schakelapparatuur koppelt u de
aansluitkabels aan de Home In- of aan de Home Out-aansluitklem.
u
Volg het aansluitschema om Home In en Home Out aan te sluiten.
u
Sluit de kabel voor het respectieve contact aan op de
schakelcontactklemmen volgens het betreffende aansluitschema.
T
Om de Home In-interface te kunnen aansluiten, moet de
geïnstalleerde brug worden verwijderd.
Afb. 4.35 Aansluitschema voor externe schakelcontacten
u
Verwijder de voor de kabeldoorvoer vereiste uitsparing uit de
kunststof behuizing van de besturingseenheid.
1
Afb. 4.36 Contact Home Out met trekontlasting
[1]
Trekontlastingsklem
[2]
Uitsparing voor kabeldoorvoer
Klem de aansluitkabel vast in de daartoe voorziene
u
trekontlastingsklem conform de gebruikte doorsnede van de
aansluitkabel of het aantal kabels.
u
Controleer of de aansluitkabels correct gemonteerd zijn en stevig
vastzitten.
u
Sluit en bevestig het deksel van de besturingseenheid.
u
Schroef het deksel vast met de meegeleverde schroef (max.
2 Nm).
u
Let erop dat de kabel niet beschadigd of geklemd raakt.
Montage
NL
2
27