Controleer alle uitwendige delen van het apparaat regel-
matig op beschadigingen en ga na of alle bedieningsele-
menten correct functioneren. Gebruik het apparaat niet
wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele-
menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door
de Hilti-service repareren.
9 Foutopsporing
Fout
Er klinkt een akoestisch waar-
schuwingssignaal (verminderde
zuigcapaciteit) (VC 20‑UM/
VC 40‑UM).
nl
Er wordt stof uit het apparaat
geblazen.
Apparaat schakelt onbedoeld
aan en uit of de gebruiker krijgt
elektrische schokken.
Het apparaat werkt niet of scha-
kelt na korte tijd uit.
Motor draait niet meer.
Motor draait niet in de automati-
sche stand.
Automatische filterelementreini-
ging werkt niet
104
8.8 Controle na schoonmaak- en
Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet
worden gecontroleerd of de stofzuiger weer correct ge-
monteerd is en foutloos functioneert.
Voer een volledige test uit.
Mogelijke oorzaak
Stofzak vol.
Filterelement is sterk vervuild.
Stofzuigerslang of stofkap van elek-
trisch apparaat verstopt.
Slangdiameter-instelling in de ver-
keerde stand.
Filterelement niet correct gemon-
teerd.
Filterelement beschadigd.
Afdichting van filter beschadigd.
Elektrostatische aarding is niet ge-
waarborgd; Apparaat op een niet-
geaard stopcontact aangesloten.
Wateruitschakeling is geactiveerd.
Zekeringautomaat van het netstop-
contact is uitgeschakeld.
Reservoir vol.
Thermische beveiliging van motor is
in werking getreden.
De thermische beveiliging van de mo-
tor schakelt de motor herhaaldelijk
uit, omdat de ventilatiesleuven ver-
vuild zijn.
Aangesloten apparaat is defect of niet
correct aangesloten.
Geen zuigslang aangesloten.
onderhoudswerkzaamheden
Oplossing
Stofzak vervangen.
Zie hoofdstuk: 7.4.2 Stofzak kunststof
vervangen 4
Zie hoofdstuk: 7.4.1 Stofzak
papier/filter vervangen
Zo nodig filterelement vervangen.
Zie hoofdstuk: 8.2 Filterelement
vervangen
Slang en stofkap schoonmaken.
Zie hoofdstuk: 7.1 Slangdiameter-
instelling (VC 20-UM/ VC 40-UM)
Filterelement opnieuw monteren.
Nieuw filterelement aanbrengen.
Nieuw filterelement aanbrengen.
Apparaat op geaard stopcontact aan-
sluiten; Antistatische slang gebruiken.
Reinig de sondes en de omgeving van
de sondes met een borstel.
Zekeringautomaat inschakelen. Na
nogmaals uitschakelen de oorzaak
opsporen.
Apparaat uitschakelen. Reservoir le-
gen.
Zie hoofdstuk: 7.8.2 Vuilreservoir
zonder stofzak leegmaken (bij
vloeistoffen)
Apparaat uitschakelen en ca. 5 min
laten afkoelen. Als de motor niet
werkt, moet de klantendienst worden
opgezocht.
Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig
met een droge borstel.
Aangesloten apparaat op werking
controleren resp. stekker correct aan-
sluiten.
Zuigslang aansluiten.