(1) Instellingen voor draadaanvoersnelheid bij MIG / MAG. Instelling voor lasstroom bij
synergisch 1-knops-MIG lassen.
(2) Instelling voor lasstroom bij MIG/MAG. Instelling voor booglengte bij synergetisch 1-
knops-MIG.
(3) Draadaanvoersnelheid in m/min, plaatdikte-indicator in mm. Opgelet! De plaatdikte-indi-
cator werkt enkel bij synergisch 1-knops-MIG.
Met de keuzeschakelaar (4) bepaalt u welke waarde zichtbaar is. De plaatdikte-indicator
geeft informatie over de dikte voor lasplaten bij horizontaal hoeklassen onder de hand.
(5) Nominale waarde voor lasspanning bij MIG en 1-knop-MIG, V. Deze indicator wordt ook
vaak als indicator voor de MIG-laskarakteristiek, -9...0...9, gebruikt.
3.4.
INSTELLING VOOR MIG-LASKARAKTERISTIEK
De instelling van de MIG-laskarakteristiek is van invloed op de stabiliteit
van de boog en op het aantal lasspatten. De nulstand is de aan te bevelen
basisinstelling. De waarden –> min (-1...-9) voor een zachtere boog, om
het aantal lasspatten te verminderen. De waarden –> max (1...9) voor een
hardere boog, om de stabiliteit te vergroten en bij gebruik van 100 % CO
-beschermgas bij lassen van staal.
3.5.
KEUZESCHAKELAAR VOOR BASISINSTELLINGEN
Afstandsbediening,
Paneelregeling, de basisinstellingen gebeuren met de potentiometers op het
paneel.
3.6.
INDICATOR VOOR HET GEKOZEN 1-KNOP-MIG
-PROGRAMMA
Deze indicator geeft het nummer aan voor het 1-knop-MIG-programma,
dat u met de keuzeschakelaar op het synergiepaneel heeft ingesteld. Als de
display ´– –´ aangeeft, heeft u geen 1-knop-MIG-programma geselecteerd. In
dat geval wordt het lassen geblokkeerd. Bij normaal MIG/MAG-lassen is de
indicator uit.
3.7.
SYNERGIEPANEEL VOOR 1-KNOP-MIG
5 6 7
1
8
4
3
9
2
2
H
1
L
3
Keuzeschakelaar
Keuzeschakelaar
materiaal soort
draaddiameter
In de haspelbehuizing is een synergiepaneel voor 1-knop-MIG aangebracht. Het MIG-synergie-
paneel beschikt over een keuzeschakelaar voor de 1-knop-MIG synergische curve, een keuze-
schakelaar voor de 1-knops-MIG kratervulling en een potentiometer voor het instellen van de
afbrandtijd.
3.8.
INSTELLING VOOR AFBRANDTIJD
De afbrandtijd wordt traploos ingesteld. De waarde voor de afbrandtijd wordt op basis van het
gebruikte materiaal gekozen, zodat de draad op het einde van het lassen niet "vastzit", op het
lasstuk, en er ook geen te grote "druppels" op de draadpunt worden geproduceerd. De afbrandt-
ijd wordt automatisch gewijzigd overeenkomstig de veranderingen in de draadaanvoersnelheid.
14 – Kempomig Feed 420R, 120R / 0429
basic controls are made from robotic control unit.
Instelling voor afbrandtijd
Keuzeschakelaar voor kratervulling
2
©
COPYRIGHT KEMPPI OY