●
Apparaatconfiguratie. Een gedetailleerde beschrijving van de huidige configuratie van het
product weergeven.
●
Infopagina's afdrukken. De configuratiepagina, de demopagina en de pagina Status
benodigdheden afdrukken.
●
Gebeurtenislogboek. Een foutgeschiedenis van het product weergeven. De meest recente fout
staat boven aan de lijst.
Logbestand
Het logbestand is een tabel van vier kolommen waarin alle fouten van het product ter referentie worden
weergegeven. Het getal in de kolom Aantal pagina's geeft het totale aantal pagina's aan dat op het
product was afgedrukt op het moment dat de fout zich voordeed. Het logbestand bevat tevens een korte
beschrijving van de fout. Zie
foutberichten.
Help
De map Help bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina's:
●
Problemen oplossen. Pagina's met informatie over het oplossen van problemen afdrukken, het
product reinigen, het product kalibreren en basiskleuren van Microsoft Office openen. Zie
overeen laten stemmen op pagina 42
●
Hoe kan ik? Koppeling naar de index van de gebruikershandleiding.
●
Geanimeerde demonstraties. Animaties bekijken van procedures in verband met het gebruik van
het product.
●
Gebruikershandleiding. Informatie bekijken over het gebruik van het product, de garantie,
specificaties en ondersteuning. De gebruikershandleiding is beschikbaar in HTML- en PDF-
indeling.
●
Leesmij. Het bij dit product behorende document Leesmij bekijken, dat belangrijke informatie over
het product bevat.
Apparaatinstellingen
De map Apparaatinstellingen bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina's:
●
Papierverwerking. De invoerlade configureren of de instellingen van het product voor
papierverwerking wijzigen, zoals het standaard papierformaat en de standaard papiersoort.
●
Afdrukkwaliteit. De instellingen voor de kalibratie en optimalisatie van het product wijzigen.
●
Afdrukdichtheid. Hier kunt u de instellingen voor de afdrukdichtheid wijzigen, zoals contrast,
accenten, middentinten en schaduwen.
●
Afdrukmodi. Per soort afdrukmateriaal de fuser-, duplex- of tonermodus wijzigen.
●
Papiersoorten. De instelling van de afdrukmodus wijzigen per soort afdrukmateriaal, bijvoorbeeld
briefhoofdpapier, geperforeerd of glanzend papier.
●
Systeeminstellingen. De instellingen van het afdruksysteem wijzigen, zoals storingsherstel en
automatisch doorgaan. De instelling Cartridge leeg opheffen wijzigen. Hiermee kunt u instellen
dat er nog met een cartridge wordt afgedrukt wanneer de normale levensduur ervan is bereikt.
46
Hoofdstuk 6 Beheer en onderhoud
Statuswaarschuwingsberichten op pagina 63
voor meer informatie over basiskleuren van Microsoft Office.
voor meer informatie over
Kleuren
NLWW