Afdruksnelkoppelingen maken en gebruiken in Windows
Met afdruksnelkoppelingen kunt u de huidige instellingen van de printerdriver opslaan om deze opnieuw
te gebruiken.
Een afdruksnelkoppeling maken
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
4.
Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt gebruiken. Klik op Opslaan als.
5.
Typ in het venster Afdruksnelkoppelingen een naam voor de snelkoppeling.
6.
Klik op OK.
Afdruksnelkoppelingen gebruiken
1.
Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
4.
Selecteer de snelkoppeling die u wilt gebruiken in het venster Afdruksnelkoppelingen.
5.
Klik op OK.
OPMERKING:
printerdriver te gebruiken.
NLWW
Selecteer Fabrieksinstellingen om de standaardinstellingen van de
Afdruksnelkoppelingen maken en gebruiken in Windows
27