De knoppen op de eenheid
buiten werking stellen
(Kindervergrendeling)
U kunt de knoppen op de eenheid buiten
werking stellen (uitgezonderd "/1) zodat ze niet
verkeerd kunnen worden gebruikt, zoals bij
kattenkwaad van kinderen
(kindervergrendeling).
Als de kindervergrendeling is ingeschakeld,
kunnen de knoppen op de eenheid niet worden
gebruikt en licht "
op het voorpaneel. (Het toestel kan worden
bediend met de afstandsbediening.)
Opmerking
• Als de kindervergrendeling is ingeschakeld, licht
"CHILD LOCK" op in het uitleesvenster op het
voorpaneel wanneer u de knoppen probeert te
gebruiken.
1
Druk op SYSTEM MENU.
2
Druk herhaaldelijk op X/x tot "CHILD
LOCK" verschijnt in het uitleesvenster
op het voorpaneel en druk op
3
Druk op X/x om een instelling te
kiezen.
De standaardinstelling is onderstreept.
• "OFF": de kindervergrendeling is niet
ingeschakeld.
• "ON": de kindervergrendeling is
ingeschakeld.
4
Druk op
De instelling wordt aangepast.
5
Druk op SYSTEM MENU.
Het systeemmenu schakelt uit.
Tip
• U kunt de kindervergrendeling inschakelen door x
langer dan 5 seconden ingedrukt te houden ("
licht op in het uitleesvenster op het voorpaneel).
Om de kindervergrendeling uit te schakelen, houdt u
x langer dan 5 seconden ingedrukt totdat "
van het uitleesvenster op het voorpaneel is
verdwenen.
62
NL
" op in het uitleesvenster
.
of c.
"
"