5
Bediening
5.1
Toestel in- en uitschakelen
De bediening is voor alle toestellen inhoudelijk hetzelfde.
▸ Toestel inschakelen: Houd de toets
– In het temperatuurdisplay knippert
– Als er verder niets wordt ingevoerd, schakelt het toestel zich na 10 se-
conden om veiligheidsredenen weer uit.
▸ Toestel uitschakelen: Tip de toets
5.2
Braadzone instellen
▸ De slider van de gewenste braadzone aantippen of eroverheen bewegen
om de braadtemperatuur in te stellen.
– De braadzonetoewijzing brandt boven de betreffende slider.
– In het temperatuurdisplay brandt de gekozen braadtemperatuur.
– Zolang het toestel opwarmt, wordt in het display boven de slider
weergegeven.
– Zodra de braadtemperatuur bereikt is, gaat de opwarmindicatie uit.
Indien een lagere braadtemperatuur wordt gekozen, dan wordt
weergegeven zolang de braadzone duidelijk te warm is.
Bij gebruik van slechts één braadzone kan het hele braadoppervlak
warm worden. Plaats geen voorwerpen op het braadoppervlak, omdat
deze kunnen smelten of warm worden.
De braadtemperatuur voor vis (180 °C), groente (160 °C) en vlees
(200 °C) kan ook rechtstreeks via de toets temperatuurvoorselectie
ingesteld worden.
14
een seconde lang ingedrukt.
.
aan.