Opmerking
• Als alle rasters er anders uitzien, kiest u het raster met de minst waarneembare verticale strepen.
A: Subtiele verticale strepen
B: Duidelijk zichtbare verticale strepen
11. Herhaal deze stappen totdat u klaar bent met het invoeren van rasternummers voor
kolommen B tot en met M, en tik vervolgens op OK.
12. Controleer het bericht en tik vervolgens op OK.
De tweede set rasters wordt afgedrukt.
13. Controleer de tweede controlerasters en tik op N. Zoek in kolom N het raster met de minst
waarneembare horizontale strepen, en tik vervolgens op het nummer van dat raster.
223