5. Tik op Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings).
6. Tik op Gebruikersgegevens instellen (User information settings).
Het scherm voor het registreren van de toestelnaam en het fax-/telefoonnummer van het toestel wordt
weergegeven.
7. Voer een toestelnaam in.
1. Tik op het invoerveld onder Toestelnaam (Unit name).
Het scherm voor het invoeren van het teken wordt weergegeven.
2. Voer een toestelnaam in.
3. Tik op OK.
Opmerking
• U kunt maximaal 24 tekens inclusief spaties opgeven voor de naam.
• Voor meer informatie over het invoeren of verwijderen van tekens:
Cijfers, letters en symbolen invoeren
8. Geef het fax-/telefoonnummer van het toestel op.
1. Tik op het invoerveld onder Toestelnummer (Unit TEL).
Het scherm voor het invoeren van het nummer wordt weergegeven.
2. Geef het fax-/telefoonnummer van het toestel op.
970