Wijzigt de gedetailleerde eigenschappen en de overdrachtmodus voor het geselecteerde bestand van elk
type.
Transfer Mode (Overdrachtmodus): wijzigt de modus waarin het geselecteerde bestand wordt
overgedragen naar de monitor.
Download: downloadt het bestand naar de monitor en speelt het af.
Stream: zorgt voor de streaming van het bestand naar de monitor.
Contextmenu: Add, Delete, Up, Down (Toevoegen, Verwijderen, Omhoog, Omlaag): hiermee kunt
u een bestand toevoegen en verwijderen en de afspeelvolgorde wijzigen.
Effect
Effect: selecteert het type effect dat moet worden toegepast wanneer het fotogebied wordt
gemaakt.
None (Geen): er wordt geen effect gebruikt.
Slide (Schuiven): het fotogebied wordt gemaakt terwijl het beweegt.
Block (Blok): het fotogebied wordt gemaakt met blokken.
Fade In (Infaden): het fotogebied infaden terwijl het wordt gemaakt.
Effect Speed (Effectsnelheid): past de snelheid aan van een effect dat wordt gemaakt.
Effect Direction (Richting effect): stelt de richting in wanneer het effect Slide (Schuiven) is
geselecteerd.