Effect: selecteert het type effect dat moet worden toegepast wanneer de achtergrond wordt gemaakt.
None (Geen): er wordt geen effect gebruikt.
Slide (Schuiven): de achtergrond wordt gemaakt terwijl deze beweegt.
Block (Blok): de achtergrond wordt gemaakt met blokken.
Fade In (Infaden): de achtergrond infaden terwijl deze wordt gemaakt.
Effect Speed (Effectsnelheid): past de snelheid aan van een effect dat wordt gemaakt.
Effect Direction (Richting effect): stelt de richting in wanneer het effect Slide (Schuiven) is geselecteerd.
Effect Size (Grootte effect): stelt de grootte van de blokken in wanneer het effect Block (Blok) is
geselecteerd.
Photo (Foto)
Deze functie wordt gebruikt om schermen te configureren met fotobestanden en bestaat uit de functies
Area (Gebied), Screen (Scherm), Background (Achtergrond), Effect. Met de functie Area (Gebied) kunt u
instellen op welke positie de foto wordt weergegeven en wanneer en hoe lang de foto wordt
weergegeven. Met de functie Screen (Scherm) kunt u fotobestanden selecteren en instellen hoe ze
moeten worden weergegeven. Met de functie Background (Achtergrond) kunt u de