Elektroaansluiting
3063951_202106
8. Elektroaansluiting
De elektrische aansluiting moet conform de lokale voorschriften gedaan worden.
Voor het aansluiten van de regeling en van de regeling-toebehoren dienen de
meegeleverde instructies en bekabelingsschema in acht te worden genomen.
Na beëindiging van de elektrische aansluitingswerkzaamheden moet een veilig-
heidstechnische controle van de installatie volgens VDE 0701-0702 en VDE 0700
deel 500 doorgevoerd worden, anders bestaat het gevaar van een elektrische
schok waardoor de gezondheid bedreigd wordt en het leven in gevaar kan komen.
Vóór werkzaamheden aan het toestel dient dit met behulp van de werk-
schakelaar (toebehoren) buiten werking te worden gesteld.
Overeenkomstig de machinerichtlijn (2006/42/EG) moet er voor dit toestel een
werkschakelaar in de netleiding worden gemonteerd.
Op de klemmen en aansluitingen van de EC-ventilatoren staat ook bij uitge-
schakeld toestel spanning. Er is kans op een elektrische schok met gevaar
voor persoonlijk letsel of zelfs levensgevaar.
EC-ventilatoren pas vijf minuten ná het uitschakelen van de spanning aanraken.
Bij werkzaamheden aan het elektrisch geladen toestel dient de monteur op
een rubberen mat te staan.
De schakelkast op het toestel beschikt over openingen voor het aansluiten van
door de klant te voorziene kabels.
Er mogen uitsluitend kabels worden gebruikt die aan de lokale installatievoor-
schriften met betrekking tot spanning, stroom, isolatiemateriaal, belastbaarheid
enz. voldoen. Er moet altijd een aarddraad worden aangebracht.
Elektrische aansluitleidingen, kabelgoten/-buizen enz. tegen mechanische
beschadiging beschermen.
Aardlekschakelaar
Er zijn uitsluitend pole gevoelige aardlekvoorzieningen type B met 300 mA
toegestaan. Persoonsbeveiliging is bij het gebruik van het toestel met aard-
lekvoorzieningen niet mogelijk.
Om de zes maanden de testknop bedienen om te controleren of de aardlek-
schakelaar werkt.
15