3. Pomp de vorken op, zodat de pallet van de grond wordt
getild.
4. Rij achteruit en let op de lading om zeker te zijn dat die
stabiel is.
5. Hef de vorken zo weinig mogelijk tijdens het vervoer van
goederen.
6. Plaats de pallettruck in lijn met de opslagruimte.
7. Plaats de goederen in de opslagruimte.
8. Los de pallettruck door de vorken in de laagste stand te
plaatsen.
9. Rij de pallettruck achteruit, de pallet staat nu in de
gewenste ruimte.
10. Als de taak is voltooid, berg de pallettruck dan veilig op
(zie hoofdstuk 4).
Als de vorken van de pallettruck niet willen dalen of heffen, raadpleeg dan de volgende
stappen om de hendel af te stellen.
22/44