4. Afdrukken
Afdruktaken
Deze printer biedt twee afdrukopties:
• Afdrukken met een printerstuurprogramma
• Afdrukken met "RICOH Printer"
Afdrukken met een printerstuurprogramma
Met deze optie kunt u bestanden op de computer afdrukken met behulp van printerstuurprogramma's.
Het voorbeeld hieronder is voor Adobe XI op Windows 7.
Voor andere software of omgevingen gelden mogelijk andere procedures.
Raadpleeg de gebruikte software voor de vereiste afdrukprocedure.
1. Controleer of de printer is aangesloten.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Het dialoogvenster voor afdrukken wordt weergegeven. (Andere software gebruikt mogelijk een
ander dialoogvenster.)
Selecteer de basisafdrukinstellingen in het dialoogvenster voor afdrukken.
De instellingen omvatten het aantal kopieën, papierformaat en oriëntatie.
Hoeft u geen andere afdrukinstellingen in te stellen, druk dan op [Afdrukken] om het afdrukken te
starten.
• Klik op de knop [Eigenschappen] in het dialoogvenster voor afdrukken om een ander dialoog-
venster met meer afdrukinstellingen weer te geven.
• Gemaakte wijzigingen zijn alleen van toepassing op de gebruikte software.
Wilt u altijd dezelfde afdrukinstellingen gebruiken, voer dan de volgende procedure uit:
1. Klik in Windows op de knop [Start].
2. Selecteer [Apparaten en printers] om het venster te openen.
3. Selecteer uw printer, rechtsklik en selecteer [Voorkeursinstellingen].
4. Configureer hier de printerinstellingen en klik op [OK]. Deze instellingen zullen van toepas-
sing zijn voor alle afdruktaken op deze computer.
• Voor informatie over afdrukinstellingen zie "7. Stuurprogramma's".
• Zie "10. Het apparaat onderhouden" voor gedetailleerde informatie over toetsenfuncties en hoe
indicatielampjes de apparaatstatus van de printer weergeven.
27