De draaiknop kan worden ingedrukt. Om in en uit te schakelen
op de draaiknop drukken.
Display
Het display is in verschillende gebieden verdeeld.
Linkergebied = tijdfuncties
■
Wanneer u het menu Tijdfuncties opent, worden hier de
symbolen voor de tijdfuncties weergegeven. Linksbuiten wijst
een pijl
Z
naar de gekozen functie.
Middelste gebied = instelbereik
■
1e regel = weergave van de verwarmingsmethode
2e regel = weergave van de temperatuur
3e regel = weergave van de tijd
Met de navigatietoetsen
andere regel. De regel waar u zich bevindt wordt door
haakjes links en rechts aangegeven. De waarde tussen de
haakjes kunt u met de draaiknop wijzigen.
Rechtergebied = weergave
■
Hier worden symbolen voor verschillende functies
weergegeven, bijv. voor het ingestelde kinderslot, de
snelvoorverwarming, enz.
Temperatuurregeling
De balken in de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen of de restwarmte in de binnenruimte aan.
Verwarmingscontrole
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de
binnenruimte weer. Wanneer alle balken vol zijn, is het optimale
tijdstip bereikt om het gerecht in de oven te schuiven.
De toebehoren
De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele
gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat
vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog
comfortabler kunt gebruiken.
X
en
Y
gaat u van de ene naar de
Bij de grill en reinigingsstanden verschijnen de balken niet.
Tijdens het opwarmen kunt u met de toets
opwarmtemperatuur opvragen. Door de thermische traagheid
kan de getoonde temperatuur iets afwijken van de
daadwerkelijke temperatuur in de binnenruimte.
Restwarmte
Na het uitschakelen geeft de temperatuurcontrole de
restwarmte in de binnenruimte aan. Zijn alle balken gevuld, dan
heeft de binnenruimte een temperatuur van ca. 300 °C. De
indicatie verdwijnt wanneer de temperatuur tot ca. 60 °C is
gedaald.
Kookzoneknoppen
Met de kookzoneknoppen stelt u het verwarmingsvermogen
van de afzonderlijke kookzones in.
Stand
0
Nulstand
1-9
Kookstanden
Bijschakeling van
/
/
ö
/õ
kook- of braadzo-
í
/
æ
nes
Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het
indicatielampje.
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte. Bij
ingestelde temperaturen tot 60 °C gaat de lamp uit. Zo is een
optimale fijninstelling mogelijk.
Met de toets
B
kunt u de lamp in- en uitschakelen.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur. Let op! De ventilatiesleuven
niet afdekken. Anders raakt de oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Toebehoren plaatsen
U kunt de toebehoren op 5 verschillende hoogtes in de
binnenruimte plaatsen. Altijd tot de aanslag inschuiven, zodat
de toebehoren de deurruit niet raken.
de actuele
°
Betekenis
De kookzone is uitgeschakeld.
1 = laagste vermogen
9 = hoogste vermogen
De grote kookzone met twee rin-
gen of de braadzone inschakelen.
9