_________________________________________________________________________________
PROBLEEM
De elektrische motor stopt
plotseling tijdens de werking.
De bewegingen werken niet,
hoewel de
verbrandingsmotor/elektrische
motor draait.
De
verbrandingsmotor/elektrische
motor stopt als de armen uit de
transportsteun omhoog worden
gebracht.
De arm(en) komen vanzelf
omlaag.
REDEN
Stroomstoring.
Noodstopknop ingedrukt.
De thermische
overbelastingsrelais van de
elektrische motor (F41) in de
aansluitkast is ingeschakeld.
Zekering doorgeslagen.
Aansluitfout in hoofdnet- of 12
V-bedrading.
Storing in het hydraulische
systeem, bijv. hydraulische
pomp defect.
Overbelasting op het platform.
De steunen zijn niet goed
omlaag gebracht in de
steunpositie; het groene
indicatorlampje brandt niet.
Vuil in laadcontroleklep of
defecte klep.
Vuil in nooddaalklep of defecte
klep.
Afdichtingen cilinder defect.
CORRECTIEVE HANDELING
Breng de armen omlaag met het
nooddaalsysteem. Controleer of
er spanning op het hoofdnet
staat.
Deblokkeer alle
noodstopknoppen.
Wacht ongeveer 5 min en start
de motor. De relais gaat
automatisch AAN. Zoek uit wat
de reden voor de overbelasting
is.
Vervang de zekering (zie 9.2).
Controleer spanningen en
bedradingen.
Controleer de hydraulische druk.
Als er geen druk is, controleer
dan de werking van de
veiligheidsklep van de
hydraulische pomp
Verwijder de overbelasting.
Breng de armen omlaag naar de
transportsteunen met het
nooddaalsysteem, herstart de
verbrandingsmotor/elektrische
motor en plaats de stempels op
de juiste manier, zodat het
groene indicatorlampje gaat
branden.
Reinig de klep met perslucht.
Vervang de klep als dat niet
helpt.
Reinig de klep met perslucht.
Vervang de klep als dat niet
helpt.
Vervang de afdichtingen van de
cilinder.
54