Advertenties
2. Montage (figuur 3 t/m 5)
Het magneetventiel is bedoeld voor Namur-
montage en wordt met een M8-bout (toebe-
horen 1400-5991) direct op het frame van
het regelventiel bevestigd. Bij regelventielen
model 240, DN 15 t/m 80, die met klep-
standstellers of eindschakelaars zijn uitge-
voerd, is bij de montage een drager (12) als
afstandsstuk noodzakelijk (toebehoren be-
stelnr. 1400-5905, bestaande uit drager en
bout M8 x 90).
Bij ventielen in stangenuitvoering 18 t/m 35
mm (bijv. type 201) volgt de montage m.b.v.
een drager (10) met spanplaat (11), toebe-
horen bestelnr. 1400-5742.
Figuur 3 ⋅ Montage op bijv. model 240
Figuur 5 ⋅ Montage op ventiel DN 15 ... 80 met klepstandsteller
Uitvoering voor adapterplaat
(bijv. voor draaiaandrijving)
Het magneetventiel is in deze uitvoering
voorzien van gaten aan de achterzijde voor
het uitgangssignaal (1.3 en 2.3). Hier moet
door de gebruiker voor de montage en aan-
sluiting een adapterplaat worden voorzien
(zie ook maatschets hoofdstuk 4).
Huisdeksel
Na de montage van het magneetventiel moet
erop worden gelet dat in ingebouwde toe-
stand van het ventiel de ont- en beluchtings-
plug op het huisdeksel naar beneden wijst.
10
Figuur 4 ⋅ Montage op ventiel in
stangenuitvoering
12
11
1 Drager
2 Spanplaat
3 Drager
5
Advertenties
