3
20
Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem
▪ Minder corrosie vanwege minder agressieve stoffen
▪ Langdurig kostenbesparend bedrijf door betere benutting van de energie
Toegestane waterhardheid van het vul- en suppletiewater conform VDI 2035:
Totaal
Totale hardheid bij
verwarming
<20 l/kW v. laagste
svermogen
afzonderlijke
verwarmingsvermogen
kW
°dH
≤50
Geen vereiste of
<16,8
2)
>50 ≤200
11,2
>200 ≤600
8,4
>600
0,11
1. Van specifiek systeemvolume (liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij installaties met meerdere ketels moet het laagste
afzonderlijke verwarmingsvermogen worden gebruikt)
2. Bij installaties met centrale verwarmingen en voor systemen met elektrische verwarmingselementen
Aanvullende vereisten voor Zwitserland
Het vul- en suppletiewater moet gedemineraliseerd (volledig ontzout) worden
▪ Het water bevat geen bestanddelen meer die kunnen neerslaan en zich in het systeem
kunnen afzetten
▪ Het water is daardoor niet meer elektrisch geleidend, zodat corrosie vermeden wordt
▪ Verder worden alle neutrale zouten zoals chloor, sulfaat en nitraat verwijderd, die onder
bepaalde omstandigheden corroderende materialen aantasten
Als een deel van het systeemwater verloren gaat, bv. door reparaties, dan moet ook het
suppletiewater worden gedemineraliseerd. Ontharding van het water is niet afdoende. Vóór
het vullen van het systeem is een vakkundige reiniging en spoeling van het
verwarmingssysteem nodig.
Controle:
▪ Na acht weken moet de pH-waarde van het water tussen 8,2 en 10,0 liggen. Komt het
verwarmingswater in aanraking met aluminium, dan moet een pH-waarde van 8,0 tot 8,5
worden aangehouden
▪ Jaarlijks, waarbij de waarden moeten worden geregistreerd door de eigenaar
Fröling Ges.m.b.H. | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
Totale hardheid bij
>20 ≤50 l/kW v. laagste
afzonderlijke
verwarmingsvermogen
1)
mol/m³
°dH
11,2
<3
2)
2
8,4
1,5
0,11
0,02
Eisen aan het verwarmingswater
Totale hardheid bij
>50 l/kW v. laagste
afzonderlijke
verwarmingsvermogen
1)
mol/m³
°dH
2
0,11
1,5
0,02
1)
mol/m³
0,02